Samenvatting
Doel: Het ontwerpen van (geautomatiseerde) voorspellingsmodellen voor hyper- en hypothyreoïdie.
Methode De klachten/symptomen van 779 patiënten voor wie een TSH-test was aangevraagd, werden verzameld via vragenlijsten. De patiënten voldeden aan de volgende insluitcriteria: > 14 jaar, niet zwanger, en niet onder behandeling of controle in verband met een schildklieraandoening. De diagnosen hyper- en hypothyreoïdie werden gesteld door bepaling van het TSH-gehalte en, bij een afwijkende TSH-uitslag, het FT4-gehalte. Voorspellingsmodellen voor hyper- en hypothyreoïdie werden opgesteld met behulp van uni- en multivariate analyses, en geëvalueerd met de 'Grouped-Jackknife'-methode.
Resultaten: Voor het voorspellingsmodel voor hyperthyreoïdie werden 7 klachten/symptomen geselecteerd in logistische regressie: voorkeur voor koude, gewichtsafname, droge huid, zwelling rond de ogen, kortademig bij inspanning, roken, en polsfrequentie <80/minuut of>90/minuut. Inzake hypothyreoïdie hadden 7 klachten/symptomen en een cluster bestaande uit 3 klachten/symptomen een duidelijk voorspellende waarde: prikkelbaar, verminderde mobiliteit, gewichtstoename, vingertremor, zwelling rond de ogen, pijnlijk gezwollen hals, niet-pijnlijk gezwollen hals, en voorkeur voor warmte/droge huid/droog haar. De klacht moeheid kwam voor bij alle hypothyreoïdiepatiënten, daarom werd moeheid als voorwaarde gesteld bij het gebruik van het voorspellingsmodel voor hypothyreoïdie. Bij diverse kansdrempels werden testkarakteristieken voor de voorspellingsmodellen bepaald. Het voorspellend vermogen van de voorspellingsmodellen is van dien aard dat ongeveer de helft van de aangevraagde tests uitgespaard kan worden.
Conclusie De voorspellingsmodellen ondersteunen huisartsen ten aanzien van hun beslissing om al dan niet TSH-tests aan te vragen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.