Samenvatting
In een vorig artikel is op basis an incidentie- en prevalentiecijfers een totaalbeeld geschetst van het beleid bij luchtwegaandoening in in de monitoringgroep (Van Weel 1982). De vraag rijst in hoeverre dit beeld van toepassing is op het handelen van de afzonderlijke huisartsen: wordt een bepaalde diagnose gevolgd door een kenmerkende behandeling, of is het veeleer de individuele huisarts die voor een kenmerkende behandeling zorgt? En misschien van fundamenteler betekenis: in hoeverre bestaat er overeenstemming over het benoemen van de verschillendc ziektebeelden?
Reacties
Er zijn nog geen reacties.