Op hoge leeftijd zijn er meer kosten voor de gezondheidszorg, omdat ouderdom nu eenmaal komt met gebreken. Toch heb je als huisarts fitte bejaarden in de praktijk waar je nauwelijks omkijken naar hebt. Tot nu toe was weinig bekend over de werkdruk die de individuele oudere teweegbrengt in de huisartsenpraktijk. De Leiden 85-plusstudie bracht dit in kaart.
In dit onderzoek werden ouderen vanaf hun 85ee gedurende 5 jaar gevolgd door interviews en analyse van de HIS-registratie van hun huisarts. Vijfentachtig-plussers bleken 5 tot 6 maal per jaar contact met hun huisarts te hebben (mediaan op 85- respectievelijk 90-jarige leeftijd), waarbij de huisarts jaarlijks 90 tot 130 minuten (idem) per oudere investeerde. Per levensjaar nam de contactfrequentie maar heel weinig toe (met 0,25 contact). In de maanden voor overlijden steeg de contactfrequentie echter aanzienlijk: in het jaar voorafgaand aan het overlijden hadden 85-plussers gemiddeld 12 contacten met hun huisarts, waarbij de huisarts gemiddeld bijna 5,5 uur per patiënt investeerde.
Leeftijd an sich zegt dus niet zoveel over de werkbelasting voor de huisarts, maar de laatste levensfase des te meer. In de praktijk wisten we dit al: een sterke toename van de zorgvraag bij hoogbejaarden is niet zelden een voorbode van overlijden.
Linda Bröker
Literatuur
- 1.Blom JW, et al. Proximity to death is associated with frequency of GP contacts in the oldest old: the Leiden 85-plus study. Age Ageing 2012;41:814-7.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
