Bij een malletvinger is er een traumatische beschadiging van het strekpeesmechanisme. Volgens de NHG-Standaard Hand- en polsklachten kan de huisarts deze aandoening zelf behandelen, maar er moet wel röntgenonderzoek plaatsvinden om een mogelijke operatie-indicatie uit te sluiten. Er was nog geen duidelijkheid over de incidentie van malletvingers in de huisartsenpraktijk en hoe huisartsen deze aandoening behandelen. Dit Rotterdamse onderzoek brengt daarin verandering.
Incidentie en beleid
De onderzoekers verrichtten een analyse van huisartsendossiers (Rijnmond Gezond Database; > 200.000 huisartspatiënten). De auteurs ontwikkelden een zoekalgoritme om het aantal nieuwe gevallen van malletvinger vast te stellen. In een sample van 200 dossiers keken ze of het zoekalgoritme correct nieuwe gevallen had geselecteerd en gebruikten deze dossiers om het beleid van de huisarts in kaart te brengen. Zo werd een incidentie van 0,58 per 1000 persoonsjaren berekend. Dit betekent dat een huisarts met een standaard praktijkgrootte (± 2100 patiënten) ongeveer 1 patiënt met een malletvinger per jaar ziet. Deze cijfers zijn beduidend hoger dan eerdere schattingen op basis van gegevens uit de tweede lijn. Bovendien blijkt dat de incidentie het hoogst is bij vrouwen tussen de 60 en 80 jaar, terwijl eerdere onderzoeken suggereerden dat een malletvinger vaker voorkwam bij jongere mannen.
Het meest gekozen beleid door de huisarts was verwijzing naar de tweede lijn (45%), gevolgd door zelf behandelen (43%). Slechts bij 2% van de patiënten bleek een operatie noodzakelijk. Beperkingen van dit onderzoek zijn dat de berekende incidentie afhankelijk is van hoe goed huisartsen hun dossier bijhouden, en de relatieve kleine sample van de handmatige scoring.
Tot slot
Het lijkt erop dat huisartsen patiënten met een malletvinger veel vaker dan wordt aanbevolen doorverwijzen naar de tweede lijn. Volgens de NHG-Standaard moet er bij alle patiënten met een malletvinger een röntgenfoto worden gemaakt en kunnen huisartsen tendinogene en ossale malletvingers met < 30% gewrichtsoppervlak conservatief behandelen met een malletspalk. Een operatie blijkt zelden noodzakelijk.
Lees meer over het artikel Incidence and management of mallet finger in Dutch primary care van P. Krastman, et al.
Literatuur
- Krastman P, et al. Incidence and management of mallet finger in Dutch primary care. BJGP Open 5 September 2023;BJGPO.2023.0040.
Reacties (10)
In de huidige literatuur en richtlijnen wordt radiografie altijd geadviseerd bij een patiënt met een malletvinger. De studie van Krastman en anderen adviseert om de aanbeveling in de richtlijnen om radiografie uit te voeren bij alle patiënten met MF te heroverwegen. Uit het onderzoek bleek dat slechts 2% van de patiënten met een malletvinger uiteindelijk een operatie moest ondergaan. Daarnaast pleiten andere recente studies voor een conservatief beleid bij de behandeling van bijna alle malletvinger letsels, wanneer complicaties en lange termijn uitkomsten worden vergeleken met een chirurgische interventie.
Op basis van deze kennis kunnen we stellen dat het doel van het aanvragen van een röntgenfoto niet moet zijn om onderscheid te maken tussen een tendinogene of ossale malletvinger, maar om te beoordelen of er een mogelijke indicatie is voor een operatie. Het aanvragen van een röntgenfoto zou mogelijk alleen moeten worden aanbevolen als de malletvinger is ontstaan na een hoog energetisch trauma (bijvoorbeeld verbrijzelingsverwondingen).
- Login om te reageren
Volgens de NHG-standaard is een X-foto noodzakelijk. Bovendien wordt een thermoplastische spalk geadviseerd. Voor beiden is verwijzing nodig. Ik heb het blijkbaar 25 jaar lang fout gedaan en patiënten zelf behandeld met een plastic spalkje, (meestal) zonder foto.
- Login om te reageren
De spalkjes zijn van plastic, dus verlopen nooit en nemen weinig plek in. Investering is gering en komt vanzelf terug bij gebruik.
De Ro afd bij ons vraagt bij verwijzing al (in ZorgDomein) of we bij afwijking willen doorsturen naar SEH of ret HA. Ook daar dus geen probleem.
Pat gaat met spalk naar de Ro. Het plastic zit niet in de weg bij de foto en kan bij de foto gewoon blijven zitten, pat hoeft dus niet retour HA daarna.
De compliance van de patient is wel een ding. Goede voorlichting en uitleg blijken toch een enkele keer onvoldoende. Maar daar zit dan ook stukje verantwoordelijkheid bij de patient zelf en een spalkje van het ziekenhuis is ook geen garantie dat de patient de adviezen begrijpt en netjes opvolgt.
Aangezien bij het onderzoek dossiers van Rijnmondzorg zijn gebruikt verwacht ik dat alle onderzochte huisartspraktijken stedelijk of bijna stedelijk zijn en geen plattelandspraktijken. Dit kan wel een bias geven en ook vertekening van de incidentie. Niet dat het storm loopt, maar 1 per jaar lijkt me een lage schatting als ik naar eigen ervaring kijk.
Ter aanvulling: een praktijk op het platteland is niet hetzelfde als in de stad zoals nogal eens toch gesuggereerd wordt. Na bijna 25 jaar zie ik duidelijke verschillen, bv dat de ambulancedienst bijna net zoveel mensen bij ons brengt (bv na kleine traumata) als ze ophalen. Dat hoor ik "stad-huisartsen" nooit zeggen, die zijn meestal vol verbazing...
- Login om te reageren
Er is toch wel een ICPC code.
L98 Verworven afwijking(en) extremiteiten
L98.01 Mallet-vinger
- Login om te reageren
Bedankt voor je commentaar, je hebt gelijk, ik heb dit fout opgeschreven. De auteurs ontwikkelden een zoekalgoritme met verschillende ICPC codes en zoekwoorden inclusief de code voor mallet vinger. Ze controleerden vervolgens handmatig bij een 200 dossiers of het zoekalgoritme goed werkte en dat deze correct een mallet vinger had geselecteerd. "Patients were considered a ‘potential MF case’ if they received the ICPC code L98.01 (mallet-finger) or if they received the ICPC code L12 (hand/finger symptoms/ complaint), L74.01 (fracture phalanges hand), or L81 (other musculoskeletal injuries), in combination with the (Dutch) words ‘mallet’, ‘phala’, ‘fala’, ‘digit’, ‘pees (tendon)’, ‘extensor’, or ‘gewricht (joint)’ in the free text."
- Login om te reageren
Inmiddels is de tekst aangepast: De auteurs ontwikkelden een zoekalgoritme om het aantal nieuwe gevallen van mallet vinger vast te stellen. In een sample van 200 dossiers keken ze of het zoekalgoritme correct nieuwe gevallen had geselecteerd en gebruikten deze dossiers om het beleid van de huisarts in kaart te brengen.
- Login om te reageren
Zonder defensief te willen klinken; je kunt het als huisarts bij Mallet finger alleen maar fout doen. De behandeling is lastig en langdurig en de compliance van de patiënt is zeker niet vanzelfsprekend en als je dan de spalk eraf haalt en de patiënt gebruikt teveel kracht op die extensorpees, scheurt het af en krijgt de patiënt in de 2e lijn te horen dat het beter had gekund. Ik heb na een paar van deze miskleuns de boeg omgegooid en verwijs ze allemaal(zijn er echt minder dan 15 geweest in 34 jaar) naar de 2e lijn. Hebben zij ook wat te doen, toch….
- Login om te reageren
Is er niet een tape-techniek om een Malletvinger te spalken?
Wordt iedereen blij van: de patiënt, omdat er niet zo'n hinderlijke spalk hoeft te worden gedragen
de huisarts, omdat hij niet hoeft te zoeken naar de Mallet-spalk, die net die dag onvindbaar is
de SEH, die een DBC mist ;-)
De verzekeraar, die ook wat omzet mist ;-0
- Login om te reageren
De rontgenafdeling is helaas niet naast de deur. De patiënt moet erheen en terug. Voor de huisarts en patiënt is dat een enorme tijdsinvestering. De huisarts moet ook de spalken in alle maten op voorraad hebben. Voor gemiddeld 1x per jaar is dat ook een inefficiënte investering
- Login om te reageren
Patiënten worden vaak direct doorverwezen vanuit de röntgenafdeling naar de eerste hulp of gipskamer voor aanvullende behandeling als er een mallet vinger wordt gezien (ossaal al dan niet tendinogeen). De huisarts wordt in dit geval vaak overgeslagen en kan dan zelf ook niet de behandeling uitvoeren. Dit verklaart mogelijk de hogere aantallen behandelingen in de 2e lijn.
- Login om te reageren