Nederlandse huisartsen handelen 98% van de luchtweginfecties bij kleine kinderen onder de 5 jaar zelf af. De overige 2% verwijzen ze naar de KNO-arts (meestal wegens otitis media acuta) en de kinderarts. Dit blijkt uit Utrechts onderzoek waarbij gebruik is gemaakt van een grote bak gegevens afkomstig uit twintig huisartsenpraktijken die zijn aangesloten bij het universitaire netwerk. Luchtweginfecties komen vaak voor bij kleine kinderen. In dit onderzoek gaat het onder andere over verkoudheid, sinusitis, OMA en tonsillitis. Het is bekend dat in Nederland relatief weinig antibiotica bij luchtwegklachten worden voorgeschreven. Uit dit onderzoek blijkt dat huisartsen vaker een recept voor antibiotica bij kinderen uitschrijven dan bij volwassenen. Van de kinderen onder de 5 jaar met een luchtweginfectie kreeg 35% een antibioticum voorgeschreven door hun huisarts. Bij 80% van de hoestende en/of piepende kinderen was dit een breedspectrumpenicilline; in 16% van de gevallen ging het om een macrolide. Als het kind jonger was dan 2 jaar, schreven de huisartsen nog vaker een antibioticum voor. Toen de onderzoekers deze getallen naast de bekende NHG-Standaarden legden, bleken de huisartsen de standaarden onvoldoende te volgen. Zij maken zich terecht zorgen over het hoge aantal antibioticavoorschriften en de toename van andere antibiotica dan de breedspectrumpenicillines. We moeten de relatief lage antibioticaresistentie in Nederland blijven koesteren. U kunt terecht tegenwerpen dat de afweermechanismen van kleine kinderen nog onvoldoende zijn uitgerijpt. Maar bij gewone verkoudheden en luchtweginfecties moeten we terughoudend zijn met antibiotica en net als een grootgrutter op de kleintjes letten. (HU)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.