Jaarlijks heeft 1,5 miljoen Nederlanders last van lagerugklachten. De zorg voor deze patiënten vindt grotendeels plaats bij huisartsen, fysiotherapeuten en oefentherapeuten. De onderzoekers brachten de eerstelijnszorg voor deze patiënten in kaart over de periode van 2013 tot 2018. De routinematig vastgelegde gegevens van huisartsen en fysiotherapeuten uit de Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn vormden hiervoor de basis. De gegevens die huisartsen niet gecodeerd registreren, werden verkregen uit huisartsenpraktijken van het Radboudumc Academisch Huisartsen Netwerk.
De stijging in opioïdvoorschriften voor lagerugklachten was vergelijkbaar met de algehele, landelijke toename van opioïdengebruik. In 2018 schreven huisartsen bij 9,5% van alle patiënten met lagerugklachten een zwakwerkend en bij 7,1% een sterkwerkend opioïd voor; in 2013 was dit percentage voor de zwakwerkende opioïden hoger (11,6%), maar voor de sterkwerkende opioïden lager (4,2%). Bij 9% van de patiënten met aspecifieke lagerugpijn vroeg de huisarts een röntgenfoto aan, wat de NHG-Standaard Aspecifieke lagerugpijn niet aanbeveelt. In 1998 werd hiervoor nog een percentage van 3% gevonden (zie gerelateerde content). In 69% van de gevallen bleef de episode bij één enkel consult. Het aantal verwijzingen naar medisch specialisten steeg van 6% van alle episodes in 2015 naar 8% in 2018.
Dit onderzoek laat zien dat de huidige eerstelijnszorg voor patiënten met lagerugklachten op een aantal aspecten afwijkt van wat de richtlijnen adviseren. Er lijkt daarom werk aan de winkel voor verdere verbetering op het vlak van diagnostiek, behandeling, evaluatie en verwijzing.
Figuur Percentage episoden* van lagerugpijn met een evaluatie van de klachten (tweede contact) per type contact in de periode 2013-2018.
Lees meer over het onderzoek Behandeling van klachten vanuit de lage rug in de eerste lijn.
Literatuur
- Flinterman L, et al. Behandeling van klachten vanuit de lage rug in de eerste lijn. Utrecht: Nivel, 2019.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.