Nieuws

Implementatie WGBO

Gepubliceerd
10 september 2004

De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) is in werking sinds 1995. Ze regelt de relatie tussen hulpverlener en de patiënt met nadruk op de rechten van de patiënt. Uit evaluatie na 5 jaar bleek dat artsen weliswaar globaal de wet naleven, maar in specifieke situaties toch te weinig vaardigheden en kennis hebben, naast een algemeen bestaande weerstand tegen juridische regels. Om de implementatie van de WGBO in het veld te verbeteren is onder auspiciën van een aantal koepelorganisaties waaronder de KNMG een implementatieprogramma voorbereid. De opzet met een stuurgroep, projectgroep, taakgroepen en een klankbordgroep doet denken aan een CBO-consensusprocedu-re. Dit rapport in vier delen is het resultaat van al deze activiteit en is bestemd voor hulpverleners én patiënten. Voor implementatie van wettelijke regels zijn brochures en publicaties in vakbladen onvoldoende; de regels moeten ingebed worden in opleiding, nascholing, organisatie en kwaliteitsprogramma's zoals visitatie. Het Implementatieprogramma heeft daartoe een aantal handleidingen, stroomdiagrammen en modelrichtlijnen ontwikkeld. Het rapport bepleit een wetswijziging voor de bewaartermijnen; de WGBO loopt immers al achter bij de huidige situatie. Voor elektronisch opgeslagen dossiers is het vernietigen na de tien jaar die de WBGO aanbeveelt praktisch onmogelijk. Bovendien is het medisch dossier een belangrijke bron van informatie als het gaat om erfelijke aandoeningen. In het deelrapport over informatie en toestemming gaan de auteurs uitgebreid in op situaties waarbij een arts te maken heeft met minderjarigen of wilsonbekwame patiënten. Het elektronisch patiëntendossier komt aan de orde wanneer het over de toegang tot patiëntengegevens gaat. Ook in een huisartsenpraktijk kunnen velen inzage in een dossier hebben: doktersassistente, praktijkondersteuner, spv'er en dit aantal wordt verveelvoudigd wanneer inzage wordt gegeven via waarneming in de centrale dokterspost… Het rapport bevestigt nog eens dat een medisch dossier alleen die gegevens dient te bevatten die een voor een goede hulpverlening noodzakelijk zijn. Het dient dus niet te worden ingericht om bewijsvoering te verzamelen bij een schadeprocedure of als bron van informatie over de eerste ziektedag. De patiënt heeft wel weer het recht stukken toe te voegen of te laten vernietigen. Het rapport bespreekt de uitzonderingen. Kennelijk heeft een wet van 4 pagina's tekst een discussie van 2 jaar en een rapport van 350 pagina's nodig om alle valkuilen en onduidelijkheden uit te leggen. Al lezende realiseerde ik me dat wat vroeger als gedragsregel gold, nu wettelijk verplicht is. Ik besef ook dat wij bijvoorbeeld lang niet altijd aan de plicht tot informatie voldoen, al kunnen de NHG-patiëntenbrieven daar wel een rol bij spelen. Ook voor de dagelijkse praktijk bevat het rapport veel nuttige informatie. Net als bij de NHG-Standaarden kent het drie niveaus: essentie, verdieping en achter grondinformatie. Wellicht verdient het aanbeveling om het rapport onder alle huisartsen te verspreiden om de toegankelijkheid te vergroten en zo de gewenste implementatie te bereiken.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen