Wij danken Matthys en De Meyere voor hun reactie. Terecht merken zij op dat het effect van (adeno)tonsillectomie (ATE) bij kinderen van gemiddeld 0,6 perioden minder keelpijn alleen is aangetoond voor een follow- upperiode van een jaar. Dit staat correct in noot 38, maar is onbedoeld niet vermeld in [
tabel 1] van de NHG-Standaard Acute keelpijn.
1
Belangrijker is dat Matthys en De Meyere ATE bij kinderen en volwassenen wegens recidiverende tonsillitiden willen ontraden.
De indicaties voor tonsillectomie uit de NHG-Standaard Acute keelpijn zijn overgenomen uit de Richtlijn Ziekten Adenoïd en Tonsillen in de Tweede lijn (ZATT) die op initiatief van de kno-artsen is ontwikkeld.
2 Het (kleine) effect van ATE of de bijwerkingen daarvan waren voor de NHG-Werkgroep Acute keelpijn geen reden om deze indicaties te veranderen.
Matthys en De Meyere geven echter aan dat de Cochrane-review tegenstrijdige beweringen tussen conclusies en aanbevelingen bevat en dat (te) grote aantallen patiënten ATE ondergaan zonder effect.
3
Zowel de Cochrane-review als de ZATT-richtlijn baseren zich op dezelfde onderzoeken. Hoewel de methodologie van beide publicaties enigszins verschilt, lijkt het weinig discussie te geven als wordt gesteld dat zij overeenkomen in de beschrijving van een klein en, vooral bij volwassenen, onzeker effect van ATE.
Dat effect dient te worden afgewogen tegen het risico op bijwerkingen. Matthys en De Meyere citeren een onderzoek bij volwassenen waarin ernstige bijwerkingen van ATE worden beschreven.
4 Hoewel de NHG-Standaard andere publicaties beschrijft waarin ook kinderen zijn opgenomen, komen de frequentiecijfers voor ernstige bijwerkingen na ATE qua ordegrootte met elkaar overeen.
Een discussie over de vraag of het kleine, onzekere effect van ATE opweegt tegen het reële risico op ernstige bijwerkingen van ATE, zoals nabloeding, heroperatie en zelfs overlijden, is belangrijk. Deze zou bij voorkeur gevoerd en afgestemd moeten worden met de kno-artsen, opdat voorkomen wordt dat patiënten hierover verschillend geïnformeerd worden. Samenwerking met Vlaamse huisartsen hierin kan een vruchtbare kruisbestuiving betekenen en is een uitbreiding van het huidige proces van ontwikkeling van NHG-Standaarden, waarin bij elk concept aan de Vlaamse Domus Medica commentaar wordt gevraagd.
Egbert de Jongh, Wim Opstelten, namens de NHG-Werkgroep Acute keelpijn