Sint Nicolaas et al. onderzochten bij 108 kind-ouderparen in Nederland, van wie het kind de diagnose acute lymfatische leukemie had, of er gedragsproblemen ontstonden en hoe deze gedragsproblemen zich ontwikkelden. Het bleek dat het grootste gedeelte van deze kinderen (53%) na een jaar en na twee jaar geen gedragsproblemen had. Van de kinderen had 24% initieel wel gedragsproblemen, maar deze verminderden tijdens de follow-up. Van de kinderen ontwikkelde 19% gedragsproblemen die niet verminderden en 4% ontwikkelde zelfs ernstige gedragsproblemen. Deze problemen konden het best worden voorspeld door een passieve copingstrategie van de ouders.
Bij 83 kinderen werd een psychologisch assessment tool gebruikt, ongeveer 40 dagen na het stellen van de diagnose kanker, en deze tool werd vergeleken met het assessment van een ervaren klinisch team. De scores kwamen in 58% van de gevallen overeen, bij 17% schatte het team het risico lager in en bij 25% schatte het team de score hoger in, kappa = 0,18. Door deze lage kappa concludeerden de onderzoekers dat deze tool wellicht geschikter is als aanvulling op een assesment dan als vervanging.
De huisarts kan hieruit leren dat gedragsproblemen in gezinnen met de diagnose kanker bij een op de twee kinderen voorkomen, en dat bij een op de vier kinderen dit soort gedragsproblemen blijven. De tool die in het onderzoek werd gebruikt, is ongeschikt voor zorgverleners die niet ervaren zijn in het gebruik hiervan.
Literatuur
- Sint Nicolaas SM, et al. Match of psychosocial risk and psychosocial care in families of a child with cancer. Pediatr Blood Cancer 2017;64(12): doi 10.1002/pbc.26687.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.