Praktijk

Klinisch vermoeden arteriitis temporalis reden spoedverwijzing

Gepubliceerd
16 november 2021
Bij patiënten met recente hoofdpijn, visusklachten, kaakclaudicatio, haarkampijn, gewichtsverlies en verhoogde ontstekingswaarden mag de diagnose ‘arteriitis temporalis’ niet worden gemist. Een klinisch vermoeden op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek is reden voor een spoedverwijzing, want zonder behandeling kan de aandoening leiden tot blijvende blindheid.
3 reacties
arteria temporalis
Verdikking van de arteria temporalis is een van de potential diagnostic clues voor arteriitis temporalis.
© Wikimedia

De kern

  • Arteriitis temporalis en polymyalgia rheumatica horen tot hetzelfde ziektespectrum.

  • Potential diagnostic clues uit anamnese en lichamelijk onderzoek kunnen reden zijn voor een spoedverwijzing.

  • Lage ontstekingswaarden maken de diagnose ‘arteriitis temporalis’ onwaarschijnlijk; een point-of-care CRP-bepaling valt te overwegen.

  • De gouden standaard voor de definitieve diagnose is biopsie van de arteria temporalis, maar duplexechografie is een goed, niet-invasief alternatief.

  • Prednisolon is de hoeksteen van de behandeling, mogelijke complicaties zijn hypertensie, diabetes mellitus, osteoporose en maagpathologie.

Arteriitis temporalis is een ontsteking van de grote vaten.1 Het is de meest voorkomende vorm van vasculitis; de incidentie is ongeveer 0,2 per 1000 patiënten per jaar. Arteriitis temporalis komt vrijwel uitsluitend voor bij 50-plussers en bij vrouwen tweemaal zo vaak als bij mannen.23 Van de patiënten met arteriitis temporalis heeft of ontwikkelt ongeveer de helft ook polymyalgia rheumatica (PMR), en van de patiënten met PMR heeft of ontwikkelt 5-15% arteriitis temporalis.45 De pathofysiologie is nog niet volledig opgehelderd, maar men vermoedt dat beide aandoeningen tot hetzelfde ziektespectrum behoren.6 Huisartsen denken niet altijd onmiddellijk aan arteriitis temporalis bij klachten. Toch is dat belangrijk, want de complicaties kunnen ernstig zijn.

Verschijnselen en beloop

Kenmerkend voor arteriitis temporalis is een nieuw ontstane of verergerende hoofdpijn, met name temporaal. De oppervlakkige takken van de arteria temporalis kunnen rood, pijnlijk en verdikt zijn, en knobbelig aanvoelen als een ‘parelsnoer’. Andere klachten zijn een gevoelige hoofdhuid, zich uitend als de klassieke ‘haarkampijn’ (37%), en krampende pijn in de kaken tijdens het eten (kaakclaudicatio, 57%). Kaakclaudicatio maakt arteriitis temporalis zeer waarschijnlijk (positieve likelihood ratio 4,2).7 Sommige patiënten hebben systemische verschijnselen zoals koorts, verminderde eetlust, vermoeidheid, nachtzweten en gewichtsverlies; dit kunnen zelfs de enige symptomen van de ziekte zijn.8

De meest gevreesde complicaties van arteriitis temporalis zijn visusklachten: diplopie, wazig zien, amaurosis fugax of blindheid. Deze complicaties komen vaker voor bij patiënten die ook andere klachten hebben waarbij slagaders in het hoofd zijn betrokken, zoals hoofdpijn en kaakclaudicatio.910 De incidentie van blijvende blindheid bij onbehandelde arteriitis temporalis is naar schatting 15 tot 20%.11 Tijdig starten met corticosteroïdentherapie kan oogcomplicaties echter bijna altijd voorkomen.

Casus | 65-jarige man met vermoeidheid en stijfheid

Meneer De Bos, 65 jaar, is akkerbouwer. Zijn voorgeschiedenis is blanco, maar sinds enkele weken heeft hij last van vermoeidheid en stijve schouders en bovenbenen. De huisarts vermoedt polymyalgia rheumatica (PMR) en vraagt laboratoriumonderzoek aan. De uitslagen zijn CRP 201 mg/L, Hb 7,9 mmol/L (MCV 85 fl), leukocytose (12,5 × 109/L) en trombocytose (463 × 109/L). Op de dag dat de uitslagen worden besproken, zijn de oorspronkelijke klachten verdwenen maar heeft meneer De Bos sinds enkele dagen hoofdpijn, wisselend rechts en links temporaal. Het CRP is nu 166 mg/L. De huisarts verwijst hem naar de internist vanwege malaise en verhoogde ontstekingswaarden.

Nog diezelfde avond ontwikkelt meneer De Bos koorts tot 39 °C, zonder toenemend ziek te zijn. De huisarts besluit de beoordeling door de internist af te wachten. Deze vraagt beeldvormend onderzoek aan [figuur], maar in afwachting daarvan ontwikkelt meneer De Bos diplopieklachten. Hij wordt opgenomen vanwege een vermoeden van visusklachten bij arteriitis temporalis. Na enkele dagen intraveneus methylprednisolon verbetert de visus en kan meneer De Bos het ziekenhuis verlaten met een afbouwschema voor de prednisolon en een afspraak voor verdere poliklinische controle.

Figuur | Duplexecho van de temporale vaten van meneer De Bos.

Links: evident verdikte vaatwand (halo sign). Rechts: verdikte vaatwand met wat onregelmatige begrenzing en verstoorde bloedflow.

Duplexecho
Duplexecho van de temporale vaten van meneer De Bos.

Soms zijn ook andere vaten die aftakken van de aortaboog aangedaan, wat kan leiden tot claudicatie van de extremiteiten. Zeldzamere complicaties, die ook nog op de langere termijn kunnen ontstaan, zijn aortadissectie of een aneurysma. Aanwijzingen hiervoor zijn een bloeddrukverschil tussen links en rechts, en souffles over de vaten. Bij veel patiënten hebben de klachten een wisselend beloop (wax and wane) en de recidiefkans neemt na enige jaren langzaam af, dus mogelijk is het beloop zelflimiterend, hoewel dit nooit is aangetoond.1213

Diagnostiek

De NHG-Standaard Polymyalgia rheumatica en arteriitis temporalis adviseert bij een vermoeden van arteriitis temporalis geen aanvullend onderzoek te doen, maar de patiënt binnen 24 uur te verwijzen voor een beoordeling.14 Toch komt zowel patiënt- als doktersdelay veel voor.15 De huisarts kan de klinische diagnose ‘arteriitis temporalis’ met redelijke zekerheid stellen op basis van anamnese en eventueel lichamelijk onderzoek [kader]. De diagnose moet wel worden bevestigd door aanvullend onderzoek, maar dat mag gezien de langdurige behandeling en de mogelijke complicaties niet tot uitstel leiden.1617

Kader | Potential Diagnostic Clues

Bij onbegrepen malaise en verhoogde CRP is de differentiaaldiagnose erg breed. Bovenaan staan infecties, auto-immuunziekten en maligniteiten.18 Net als bij de analyse van onbegrepen koorts is het zaak om op zoek te gaan naar potential diagnostic clues voor arteriitis temporalis:19

  • nieuwe hoofdpijn of veranderde aard van hoofdpijn

  • visusstoornissen (eenzijdige blindheid, amaurosis fugax, diplopie, wazig zien)

  • zwaar gevoel of verkramping van de kaken bij eten (kaakclaudicatio)

  • gevoelige hoofdhuid (haarkampijn)

  • verdikking van de arteria temporalis, afwezige pulsaties of palpatiepijn ter plaatse

  • klachten passend bij (een voorgeschiedenis van) polymyalgia rheumatica

  • recente progressieve claudicatioklachten van extremiteiten

  • leeftijd > 50 jaar

De eerste stap in het aanvullend onderzoek is meestal een bepaling van de ontstekingswaarden (CRP en BSE), Hb, trombocyten en leukocyten. Deze waarden zijn weliswaar aspecifiek, maar bij arteriitis temporalis zijn CRP en BSE bijna altijd verhoogd, een snelle point-of-care CRP-bepaling is dan ook het overwegen waard. Een lage BSE maakt arteriitis temporalis onwaarschijnlijk (negatieve likelihood ratio 0,2).7 Gouden standaard voor de diagnose is een biopt van de arteria temporalis, maar dit heeft een sensitiviteit van slechts 77%.20 Daarbij wordt het beeldvormend onderzoek steeds beter.21 Volgens de huidige consensus kan de diagnose ‘arteriitis temporalis’ bij een hoge voorafkans worden bevestigd door een positieve duplexecho van de arteria temporalis en arteria axillaris of een positieve MRI van de craniale vaten.16 Een negatieve uitslag moet dan worden bevestigd door een tweede beeldvormend onderzoek of biopsie. Omgekeerd geldt dat bij een lage voorafkans een negatieve duplexecho of MRI de diagnose voldoende uitsluit. Omdat duplexechografie meestal snel beschikbaar is en bovendien niet-invasief, is dit het beeldvormend onderzoek van eerste keus geworden. Op de echo kan het karakteristieke halo sign gezien worden [figuur]. Als de klachten echter niet snel verbeteren door prednisolon moet de diagnose ‘arteriitis temporalis’ altijd worden heroverwogen.

PET is onvoldoende gevalideerd voor arteriitis temporalis, maar recente onderzoeken laten een goede sensitiviteit en specificiteit zien.2223 De PET-scan kan grote toegevoegde waarde hebben bij een vermoeden van extracraniële grotevatenvasculitis, met betrokkenheid van (takken van) de aorta, of om een bredere differentiaaldiagnose uit te werken.24

Behandeling

Arteriitis temporalis wordt behandeld door de medisch specialist. De behandeling bestaat uit oraal prednisolon in een startdosering van 40 tot 60 mg 1 dd (bij visuscomplicaties methylprednisolon intraveneus 1000 mg 3 dd).16 De prednisolon wordt in enkele maanden afgebouwd. De behandeling is een kwestie van lange adem, de kans op recidief tijdens het afbouwen is 40 tot 60%.25

Prednisolon heeft veel mogelijke bijwerkingen. Als profylaxe voor bot- en maagcomplicaties worden vitamine D, calcium, bisfosfonaat en een protonpompremmer voorgeschreven.19 De bloeddruk moet worden gecontroleerd, en om steroïdgeïnduceerde diabetes mellitus tijdig te signaleren ook de glucosespiegel. Omdat prednisolon met name de postprandiale glusocespiegel doet stijgen, kan de glucose het best ’s middags tussen 14.00 en 15.00 uur worden gemeten. Na enkele weken is ook de HbA1c bruikbaar. Bij klachten van hyperglykemie kan de prednisolon in 2 giften over de dag worden verdeeld. Als de ziekte terugkeert, als de behandeling niet aanslaat of als er complicaties optreden, kan de behandelend specialist besluiten om methotrexaat en eventueel tocilizumab toe te voegen.

Terug naar de casus

In de casus van meneer De Bos kan een aantal zaken worden opgemerkt. Er was sprake van delay bij de patiënt, de huisarts én de specialist. Meneer De Bos zocht pas hulp toen hij al enkele weken klachten had van vermoeidheid en stijfheid. Daarna wachtte hij nog enige tijd met bloedprikken. De huisarts dacht bij de nieuw ontstane hoofdpijn niet aan arteriitis temporalis, terwijl dat eigenlijk wel moet bij een vermoeden van PMR met bijkomende malaise, hoofdpijn, gewichtsverlies en verhoogde ontstekingswaarden. Die gegevens vormen een indicatie om de patiënt binnen 24 uur te verwijzen naar een internist of reumatoloog. Arteriitis temporalis komt relatief weinig voor (in een normpraktijk ziet men ongeveer 1 patiënt in de 2 jaar), maar het is zeker iets om als huisarts bedacht op te zijn. De internist koos in eerste instantie voor een duplexecho. Dat is conform de nieuwe richtlijn, maar hij had gezien de sterke klinische aanwijzingen direct moeten starten met corticosteroïden. Visusklachten kunnen bij onbehandelde arteriitis temporalis leiden tot blijvende blindheid en moeten daarom altijd serieus worden genomen. Gelukkig liep het met meneer De Bos goed af.

Stegmann ME, Van der Veer JW, Moerman RV. Klinisch vermoeden arteriitis temporalis reden spoedverwijzing. Huisarts Wet 2021;64: DOI:10.1007/s12445-021-1295-8.
Mogelijke belangenverstrengeling: niets aangegeven.

Literatuur

Reacties (3)

Brodie 2 januari 2022

Fijn dat u een nuttig artikel over arteriitis temporalis in H&W  heeft gepubliceerd. Ik heb wat opmerkingen bij het artikel omdat de vasculitiden, niet altijd door iedereen hetzelfde benoemd worden, hetgeen voor verwarring zorgt. 

U schrijft: Arteriitis temporalis en polymyalgia rheumatica horen tot hetzelfde ziektespectrum. Arteriitis temporalis is een ontsteking van de grote vaten. Van de patiënten met arteriitis temporalis heeft of ontwikkelt ongeveer de helft ook polymyalgia rheumatica (PMR), en van de patiënten met PMR heeft of ontwikkelt 5-15% arteriitis temporalis.

Dat klopt als een bus, maar duidelijker was geweest als de arteriitis temporalis als onderdeel van de reuscelvasculitiden was benoemd. 

Er zijn 2 vormen reuscelarteriitis (RCA) 

• Hoofd (craniële, C-RCA): oa. slagaders bij slaap (arteriitis temporalis), achterhoofd, kaken, tong, ogen

• Buiten het hoofd (grote vaten, LV-RCA): grote lichaamsslagader en aftakkingen

Beide vormen kunnen gelijktijdig optreden en er kan ook overlap zijn met spierreuma  (PMR, polymyalgia rheumatica) Bron:  https://www.vasculitiscentrum.nl/wp-content/uploads/2019/02/Reuscelarteriitis_systeemvasculitis-1.pdf

In de NHG-Standaard Polymyalgia rheumatica en arteriitis temporalis K92 gaat het op een enkel zinnetje na ook alleen over één vorm van reuscelarteriitis. Andere manifestaties van reuscelarteriitis: In 15% van de gevallen beperkt de vasculitis zich niet tot de arteria temporalis en zijn de arterietakken van de aortaboog betrokken, vooral de arteria subclavia en arteria axillaris. Dit kan leiden tot claudicatio van de arm.

Er is alleen een ICPC-code voor arteriitis temporalis met/zonder polymyalgia rheumatica (ICPC K99.05). Een reuscelarteriitis buiten het hoofd  (LV-RCA) wordt nu ook gecodeerd als arteriitis temporalis, terwijl de craniale vaten niet aangedaan hoeven te zijn. Deze verwarring wordt ook versterkt doordat de meeste specialisten ook alle RCA-vormen arteriitis temporalis noemen en zo coderen en in brieven aan de huisarts schrijven.

Als iedereen (huisartsen en specialisten) dezelfde indeling van de reuscelvasculitiden aanhoudt en als daar ook ICPC-codes voor komen, staat het goed in ieder HIS.

Carrie Brodie-Meijer, arts en apotheker

Mariken Stegmann 21 januari 2022

Geachte mevrouw C.C.E. Brodie-Meijer,

 

Hartelijk dank voor uw reactie die wij met interesse hebben gelezen. We kunnen ons vanuit uw situatie goed voorstellen dat deze vraag bij u opkomt. Excuses voor het vertraagde antwoord (dit i.v.m. ziekte en vakantie).

 

We zijn met u eens dat de nomenclatuur/classificatie van het ziektebeeld verwarrend kan zijn. Hieraan had meer aandacht besteed kunnen worden in ons artikel. Maar gezien de beperkte ruimte, de klinisch gerichte focus van het artikel en het feit dat dit bij ons in de dagelijks praktijk weinig tot problemen leidt, hebben we hier in eerste instantie niet voor gekozen. Inderdaad hebben we het over een ziektespectrum van reuscelarteriitis met craniale betrokkenheid (arteriitis temporalis / AT) en reuscelarteriitis zonder aangetoonde craniale betrokkenheid, die beiden overlappen met het ziektebeeld van polymyalgia reumatica (PMR). Hiermee kan ook met oog op de behandeling inderdaad gesproken worden van drie relevant te onderscheiden ziekte-entiteiten: AT (met/zonder PMR), reuscelarteriitis zonder craniale symptomen (met/zonder PMR) en zuivere PMR. Van dit hele spectrum zijn evenwel voor een huisarts d.m.v. anamnese en lichamelijk onderzoek enkel PMR en AT in redelijkheid te onderscheiden waarmee dit wat ons betreft in de klinische context van dit artikel de relevantste ziektebeelden van dit spectrum zijn. Hierbij hebben we ook geprobeerd aan te sluiten bij NHG-standaard KNR nummer M92, die zich zowel in titel als hoofdinhoud beperkt tot AT en PMR.

 

In de literatuur wordt een veelheid aan termen gebruikt, zoals arteriitis temporalis (AT), reuscel-/reuzencelarteriitis (RCA), arteriitis giganticocellularis en grote vaten vasculitis (GVV). Waarbij soms ook in Nederland de Engelse termen gebruikt worden zoals giant cell arteritis (GCA) en large vessel vasculitis (LVV). Al deze namen horen bij dezelfde aandoening waarbij de manifestaties van die aandoening verschillend kunnen zijn. Hiervan is het relevantste of er craniale symptomen bestaan (hoofdpijn, haarkampijn, visusstoornissen, kaak- en tongclaudicatio) als mogelijke aanwijzing voor arteriitis temporalis. Bij deze groep patiënten wordt diagnose gesteld door beeldvorming van de (craniale) bloedvaten (bijvoorbeeld duplex van a. temporalis) en zo nodig een biopt. Er zijn echter ook patiënten zonder de craniale verschijnselen maar met de niet-specifieke verschijnselen, zoals malaise, afvallen, koorts, nachtzweten die uiteindelijk arteriitis temporalis blijken te hebben. Dit ziektebeeld wordt dan meestal vastgesteld middels PET-scan. Deze ziektebeelden kunnen elkaar overlappen, zoals ook duidelijk is in de indeling van collega Brouwer waaraan u refereert. De bedoeling van ons artikel is dat de huisartsen vooral patiënten met craniale klachten herkennen en snel verwijzen, met het oog op een spoedige behandeling om de oogheelkundige complicaties te voorkomen. Vandaar ook te titel: “Klinisch vermoeden arteriitis temporalis reden spoedverwijzing”.

 

Wij zijn met u eens dat het beter zou zijn om ICPC-codes te kiezen die minder verwarring geven. Onze suggestie zou zijn om te code K99.05 ‘Arteriitis temporalis met/zonder polymyalgia rheumatica’ om te dopen in ‘Reuscelarteriitis (incl. arteriitis temporalis,  met/zonder PMR)’

 

We hopen uw vragen hiermee voldoende te hebben beantwoord,

Met vriendelijke groet,

Rada Moerman, Mariken Stegmann en Jan Willem van der Veer

 

Annet Sollie 10 maart 2022

Ik heb deze discussie gemeld bij het NHG, met een link, met de vraag om te kijken naar de ICPC codes en daar aktie op te ondernemen (contact internationaal). 

vr. groet Annet Sollie e-redacteur H&W

Verder lezen