Bij 40% van de klachten over pijn op de borst denkt de huisarts ten minste even aan een cardiale oorzaak. Uiteindelijke berust slechts 10 tot 15% van deze klachten op coronairlijden, en bij 4 tot 7% is er een acuut coronair syndroom. Veel waarschijnlijker is een minder ernstige diagnose, zoals musculoskeletale pijn, gastro-intestinale klachten of een psychische stoornis.1234
Op dit moment dient de huisarts volgens de NHG-Standaarden Acuut coronair syndroom en Stabiele angina pectoris op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek onderscheid te maken tussen een potentieel levensbedreigende cardiale oorzaak of een andere, vaak minder ernstige, diagnose.56 De in de literatuur gerapporteerde sensitiviteit hiervan varieert van 69 tot 88%, dus op basis hiervan kan een cardiale oorzaak niet met zekerheid worden uitgesloten.78910 Uit angst een ernstige diagnose te missen, worden patiënten laagdrempelig verwezen naar de tweede lijn, waar veel en vaak onnodig aanvullend onderzoek plaatsvindt. Uit eerder onderzoek blijkt dat de behoefte aan een hulpmiddel om een cardiale oorzaak veilig uit te sluiten groot is.11 Een beslisregel zou hierbij kunnen helpen. De afgelopen jaren zijn verschillende klinische beslisregels ontwikkeld in de tweede lijn. Slechts één beslisregel is ontwikkeld en extern gevalideerd in de eerste lijn: de Marbug Heart Score (MHS), die in Duitsland al wordt gebruikt.121314 Daarnaast is recent een point-of-caretest (POCT) voor troponine beschikbaar gekomen.
Door de MHS en POCT troponine te combineren in een klinische beslisregel, onderzoeken we of de huisarts met dit hulpmiddel een cardiale oorzaak van pijn op de borst veilig kan uitsluiten. De verwachting is een daling van het aantal verwijzingen naar de tweede lijn van ongeveer 10%, minder onzekerheid bij patiënt en arts, en lagere gezondheidskosten. Het onderzoek start in 2020 en de eerste resultaten worden verwacht in 2021.
Reacties (1)
Hoopvol, maar wel graag titel aanpassen: Onderzoek naar.....
- Login om te reageren