Samenvatting
De meest voorkomende oorzaken van koorts in het kraambed zijn mastitis puerperalis, urineweginfecties en endometritis, eventueel uitbreidend tot salpingitis en adnexitis. Infecties in het kraambed komen in 1-3 procent van de gevallen voor. Opvallend is de hoge frequentie van mastitis puerperalis in de Urker populatie (7,7 % versus 0,4% à 2,5% landelijk). Hiervoor is vooralsnog geen verklaring. Zeldzamer, maar meer bedreigend zijn de sepsis puerperalis en de diepe veneuze trombose. Over het vóórkomen van sepsis puerperalis konden geen landelijke percentages worden gevonden. Op Urk bleek bij 1446 kraamvrouwen éénmaal een verwijzing wegens verdenking op sepsis te hebben plaatsgevonden. Jaarlijks sterft in Nederland ongeveer één kraamvrouw aan sepsis . Symptomen van de sepsis puerperalis zijn pijn in de onderbuik, koorts, hypotensie en tachycardie. Het eerstelijnsbeleid bij ook maar de geringste verdenking op sepsis puerperalis is simpel: onverwijld verwijzen. Diepe veneuze trombose komt voor bij ongeveer 0,2 procent van de kraamvrouwen. Risicofactoren zijn, naast doorgemaakte trombotische processen en stollingsafwijkingen, ook leeftijd >35 jaar, adipositas, sectio caesarea en manuele placentaverwijdering. Naast de klassieke kenmerken van diepe veneuze trombose kunnen temperatuursverhoging, verhoogde polsfrequentie en algemene malaise aanwezig zijn. Diepe veneuze trombose in het kraambed openbaart zich meestal tussen de vijfde en vijftiende dag post partum. Gemiddeld één op de vier kraamvrouwen met diepe veneuze trombose ontwikkelt een longembolie, waarbij er een aanzienlijke kans op overlijden is. Bij verdenking op diepe veneuze trombose is aanvullend onderzoek geïndiceerd: echocompressieonderzoek, eventueel aangevuld met duplex-Doppleronderzoek. De behandeling is klinisch. Per jaar overlijden in Nederland gemiddeld twee kraamvrouwen aan een trombo-embolie.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.