Nieuws

Koortsig

Gepubliceerd
10 april 2008

Het is voorjaar en we hebben de griep dit jaar allemaal weer overleefd. Het virus reist letterlijk rond de wereld en we zijn er weer een maand of tien van verlost. Maar een goede dokter ziet vooruit en bij de griep is dat goed mogelijk. Inmiddels is het routine geworden in de huisartsenpraktijk: in het voorjaar vaccins bestellen, in het najaar vaccineren en in de winter de zieken troosten. Dat lijkt allemaal redelijk eenvoudig, maar er gaat een hele wereld van farmaceuten, onderzoekers en vaccinmakers achter die eenvoud schuil. De wetenschappers hebben gemeend voor het komende vaccinatieprogramma een aantal wijzigingen te moeten aanbrengen en om dat goed te kunnen doorvoeren moeten huisartsen tijdig op de hoogte zijn. Daarom komt het NHG nu met een nieuwe NHG-Standaard Influenza. Omdat het een herziening betreft drukken we de standaard niet opnieuw af. De volledige standaard is te vinden op www.nhg.org. In H&W vindt u het samenvattingkaartje, een stuk over de overwegingen van de Gezondheidsraad voor de veranderingen en het besluit daarover van de minister. Opstelten et al. – leden van de standaardwerkgroep – hebben een commentaar geschreven waarin ze vooral in gaan op het voorschrijven van antivirale middelen (pagina 167). Daarnaast hebben we een aantal stukken over pneumonie en dat sluit prachtig aan op de griep. Pneumonie is immers de meest gevreesde complicatie van griep. We hebben allemaal geleerd lichamelijk onderzoek te doen; we luisteren en kloppen braaf en als we afwijkingen horen trekken we het recept. Onterecht, zo beweren Hopstaken et al. (pagina 179), want afwijkingen bij lichamelijk onderzoek wijzen lang niet altijd op pneumonie. Ook Graffelman et al. (pagina 185) betogen dat een huisarts de diagnose pneumonie vaak niet goed kan stellen, zelfs niet met laboratoriumonderzoek. We beschuldigen ook na laboratoriumdiagnostiek nog de helft van de patiënten ten onrechte van pneumonie en we missen een op de zeven diagnoses. Huisartsen schrijven bij pneumonie-achtige klachten meestal antibiotica voor en Cals et al. (pagina 190) laten zien dat patiënten dat ook verwachten. Nederlandse huisartsen zijn echter niet zulke forse voorschrijvers en vinden bovendien dat patiënten vaak ten onrechte een recept verwachten. Maar dat laatste blijkt niet steeds juist. Vaak willen patiënten iets anders van de dokter, en veel van hun ideeën over de werking van antibiotica blijken niet te kloppen. Gelukkig zien ze artsen nog wel als de deskundigen bij uitstek. We moeten het dus maar blijven uitleggen. Wat ook blijkt is dat door het voorschrijven van recepten een aanzienlijk deel van de patiënten denkt dat ze bij soortgelijke klachten in de toekomst weer antibiotica nodig hebben. De veelschrijver creëert op die manier zijn eigen ‘eisende’ patiënten. Het zijn mogelijk niet alleen antibiotica die een gunstig effect hebben bij pneumonie. Van de Garde (pagina 195) betoogt dat het slikken van een statine zowel een positief effect kan hebben op het voorkómen van een pneumonie als op de genezing ervan. Wel is er nog echt onderzoek nodig om die veronderstelling te toetsen, waarvoor Van de Garde zelfs een kant en klaar recept verstrekt. Het zijn toch echte wondermiddelen. Midden in deze H&W staat de review over probiotica van Berger (pagina 174), die al een tijdje op de www.henw.org te lezen was. De redactie wil in de toekomst vaker artikelen op het web plaatsen als we vinden dat het stuk zo snel mogelijk toegankelijk moet zijn voor onze lezers. De redactie

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen