Meestal denken we bij onderzoek aan vragenlijstonderzoek of Randomised Controlled Trials (RCT’s). Dit zijn voorbeelden van kwantitatief onderzoek. Daarmee krijg je antwoord op de vragen ‘hoe vaak komt iets voor?’ of ‘hoe groot is de kans dat…?’ Het gaat dus over zaken die meetbaar zijn. Maar wat nu als je vooral geïnteresseerd bent in het brede palet aan ‘subjectieve’ meningen en opvattingen zoals die binnen onze beroepsgroep leven, bijvoorbeeld over patiënten met SOLK? Kwalitatief onderzoek biedt dan uitkomst.
Kwalitatief onderzoek gaat over ‘wat’, ‘waarom’, en ‘hoe’. Je kunt er verhalen, betekenissen, meningen, opvattingen en interpretaties mee exploreren en onderzoeken. Het doel van kwalitatief onderzoek is het begrijpen van verschijnselen in hun context en het wordt vooral toegepast op terreinen waar nog weinig kennis voorhanden is. Daarmee is kwalitatief onderzoek geschikt om hypotheses te ontwikkelen.
Er zijn verschillende methoden van kwalitatief onderzoek: observatie, ondervraging en analyse van bestaande documenten. Een voorbeeld van observatie is de conversatieanalyse waarbij men analyseert wat er precies gezegd wordt tijdens een consult met het doel te ontdekken hoe de opvattingen van de patiënt (of huisarts) naar voren komen in het gesprek. Ondervraging kan zijn met een individu (diepte-interviews) of groep (focusgroep). Bij focusgroeponderzoek discussiëren vijf tot tien deelnemers onder leiding van een discussieleider (moderator) over hun opvattingen. Bij diepte-interviews ondervraagt de onderzoeker de ondervraagde uitvoerig in een één-op-één setting. Bij documentanalyse maakt men een analyse van de opvattingen in bestaande documenten zoals medische dossiers, rapporten en richtlijnen.
In kwalitatief onderzoek bestaat het analysemateriaal meestal uit teksten. De onderzoeker schrijft daarbij de interviews, discussies en consulten woordelijk uit.
Anders dan in kwantitatief onderzoek wordt in kwalitatief onderzoek veelal gebruikgemaakt van een bewust doelgerichte steekproef van deelnemers (purposive sample) om een zo breed mogelijke schakering van opvattingen te verzamelen. De dataverzameling gaat net zo lang door tot er ‘saturatie’ (verzadiging) is bereikt. Dit is het punt waarop er geen nieuwe informatie meer naar voren komt. Dataverzameling en data-analyse vinden daarom afwisselend (iteratief) plaats om zoveel mogelijk diepgang in het onderzoek aan te brengen.
Om de betrouwbaarheid (controleerbaarheid en reproduceerbaarheid) te waarborgen legt de kwalitatief onderzoeker gesprekken en discussies vast op audio- of videotape.