De onderzoekers volgden tussen 2010 en 2013 in 13 Veilig Thuis-regio’s 576 gezinnen (633 ouders en 978 kinderen) vanaf het moment dat een Veilig-Thuis-melding werd gedaan wegens partnergeweld of kindermishandeling. Zij includeerden alleen gezinnen met ten minste 1 kind > 3 jaar waar sprake was van acuut en bevestigd partnergeweld of kindermishandeling. Op 3 tijdspunten werden vragenlijsten ingevuld. Met 74 gezinnen werden diepte-interviews gehouden.
Ouders waren grotendeels tussen 35-55 jaar oud. Qua achtergrondkenmerken kwam de onderzoekspopulatie overeen met de algemene Nederlandse bevolking. Wel was er vaker dan gemiddeld sprake van armoede (inkomen < € 1500 per maand (47% )) en werkeloosheid (53%). Bij 57% van de gezinnen kwam naast fysiek, psychisch of seksueel partnergeweld ook direct geweld tegen kinderen voor. In de meeste gezinnen hadden de kinderen aan het geweld gerelateerde problemen, zoals hechtingsproblematiek of probleemgedrag. Bij deze kinderen lijkt er te weinig ruimte om alledaagse problemen constructief op te lossen.
Profielen
Geweld in gezinnen verschilt qua uitingsvorm, ernst, context, onderliggende factoren en gevolgen voor het kind. Geadviseerd wordt om een betere screening en analyse te doen van het type geweld en de problematiek in het gezin om maatwerk te kunnen bieden. Daarbij zijn er 5 profielen te onderscheiden waarin telkens een ander probleem op de voorgrond staat: intieme terreur, gezin in stress, langdurige zorg, kindgedrag en opvoedstress, en complexe (conflict)echtscheidingen. Deze profielen sluiten elkaar niet uit, maar helpen om de situatie te doorgronden.
Succes interventies
Het onderzoek toont ook het succes van de interventies na een melding aan het einde van de follow-up. Het percentage gezinnen waar het geweld stopte was na 1,5 jaar 29%. Kindermishandeling, inclusief getuige zijn van partnergeweld, nam af van 91% naar 66%. Daarnaast is het aantal incidenten van kindermishandeling en partnergeweld duidelijk afgenomen.
Geweld leek meer te worden teruggedrongen bij gezinnen die onder de hoede waren van gespecialiseerde instellingen, zoals Veilig Thuis. Als er geen sprake was van acuut gevaar – en de zorgtaak daarom toevalt aan andere lokale zorgverleners zoals het wijkteam, de huisarts of een andere reeds bij het gezin betrokken hulpverlener – deed zich vaker handelingsverlegenheid voor. Waarschijnlijk is dit onder andere te wijten aan gebrek aan expertise en de (onterechte) verwachting dat de gespecialiseerde instanties verantwoordelijk zijn voor de veiligheid. Er is meer training en ondersteuning nodig om ook de zorgverleners van deze groep beter toe te rusten.
Ouders werd ook gevraagd welke hulp zij als belangrijk en nuttig ervaren. Informele hulp, maatschappelijk werk en medische hulp door de huisarts scoorden bij ouders het hoogst. Veilig Thuis scoorde het laagst (67% vond deze hulp belangrijk, maar slechts 43% vond het ook nuttig). De jongeren waarderen het belang en het nut van alle vormen van hulp doorgaans minder dan de volwassenen. Daarnaast bleek uit hun ervaringsverhalen een sterke wens om eerder, vaker en structureler bij de hulpverlening te worden betrokken.
Concrete adviezen
Voor de huisarts geeft het rapport meerdere concrete adviezen. Huiselijk geweld is divers en complex: een grondige analyse van de aard van het geweld is essentieel voor het inschakelen van de juiste hulp, of dit nu (een combinatie is van) formele hulp via Veilig Thuis, een ggz-instelling, het wijkteam, maatschappelijk werk of informele hulp van naasten. Betrek het kind tijdig en expliciet bij de hulpverlening en heb oog voor de langetermijngevolgen van onveiligheid. Bewaak dat er duidelijk en langdurig regiehouderschap is, ongeacht bij welke partij. Verlies het gezin niet uit het oog: niet na een melding die door Veilig Thuis wordt uitbesteed en ook niet op de langere termijn, gezien de hoge kans op revictimisatie en chronische problemen.
Lees meer over het rapport Kwestie van lange adem: kan huiselijk geweld en kindermishandeling echt stoppen? van M. Stekete, et al.
Literatuur
- Stekete M, et al. Kwestie van lange adem: kan huiselijk geweld en kindermishandeling echt stoppen? Utrecht: Verwey-Jonker Instituut, 2020.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.