Praktijk

Letselbeoordeling en -herkenning

Gepubliceerd
10 augustus 2006

Samenvatting

Jaarlijks lopen tienduizenden mensen verwondingen op als gevolg van huiselijk geweld. Maar liefst 11 procent houdt daar blijvend letsel aan over. Uit de cijfers blijkt dat bijvoorbeeld 40 procent van de vrouwen de huisarts bezoekt in de periode dat het geweld plaatsvindt. Het kan dus niet anders of ook u krijgt slachtoffers van mishandeling in uw spreekkamer. Niet zelden echter geeft het slachtoffer uit schaamte en angst niet de ware toedracht prijs. Hoe kunt u het geweld dan toch herkennen?

De grip van een vriend

Mevrouw Vos komt gespannen bij u in de spreekkamer. ‘Het is zo druk op het werk! Iedereen meldt zich maar ziek en ik moet alles opvangen. Ik ben doodmoe. Zou ik iets bijzonders mankeren?’ Iemand van haar werk die ook ‘alleen maar moe’ was, blijkt leukemie te hebben en dat heeft mevrouw Vos bang gemaakt. Voordat u besluit bloed te laten prikken, wilt u lichamelijk onderzoek doen en naar hart en longen luisteren, dus u vraagt mevrouw Vos het bovenlichaam te ontbloten. Dan vallen u hematomen op aan haar linkerbovenarm. U herkent hierin afdrukken van vingertoppen en besluit hierover een opmerking te maken. ‘Het lijkt wel of u bent vastgegrepen!’ Mevrouw Vos vertelt nu dat dit inderdaad is gebeurd. Haar vriend had haar de avond tevoren weer eens stevig bij de arm gepakt en haar in zijn woede hard door elkaar geschud. U maakt een vervolgafspraak om hierover verder te praten.

Niet zo’n gewoon plekje…

Eenderde van alle verwondingen door huiselijk geweld zitten op een ongebruikelijke plek, zoals de borsten (door bijten en knijpen), onderrug en billen (door slaan, ook met voorwerpen), bovenarmen (door schudden en knijpen), bovenbenen, dijen en knieholten, het gelaat (zijkant en oog), de oorlellen, boven- of onderlip en tong (gescheurd frenulum), nek en hals (door wurgen), behaarde hoofdhuid (door slaan en harentrekken), ogen (‘blauw oog’, conjunctivale en retinabloedingen), enkels en polsen (door vastbinden en dompelverbrandingen) en de genitaliën (bloeduitstortingen, huid- en slijmvlieslaesies). Herhaaldelijke of meerdere gelijktijdige fracturen zijn eveneens zeer verdacht. Subdurale en retinabloedingen behoren bij letsels van het centrale zenuwstelsel en vormen dus signalen van de belangrijkste doodsoorzaak ten gevolge van mishandeling. Driekwart van de slachtoffers heeft meerdere letsels op zichtbare plaatsen, zoals het gelaat en de handrug (verdedigingsletsel). Bij 85 procent van de slachtoffers zitten de letsels op diverse locaties op het lichaam, bij 25 procent zelfs op vijf tot elf verschillende plekken.

Wat is er te zien?

Vooral blauwe plekken, zwellingen, roodheid en schaafwonden komen vaak voor. Minder frequent zijn scheurwonden en krabletsels, maar ook snij-, steek-, bijt- en brandwonden zijn ‘niet ongewoon’. Meerdere bloeduitstortingen in verschillende stadia van genezing zijn verdacht. Opvallend is dat toegebrachte blauwe plekken vaak dezelfde vorm hebben en minder vaak in combinatie met schaafwonden voorkomen. Berucht zijn de zogenaamde ‘vingers’: kleine ronde hematomen door vastgrijpen met de vingertoppen. Nagels kunnen maanvormige huidlaesies veroorzaken. Bijtwonden door mensen ontstaan over het algemeen ook niet per ongeluk; karakteristiek zijn twee boven elkaar liggende ovale bogen. Brandwonden worden meestal toegebracht met hete vloeistoffen en sigarettenpeuken.

Let op de kleintjes!

Botbreuken bij zuigelingen zijn per definitie verdacht. Bij gezonde kinderen - die spelen en dus wel eens vallen – ontstaat letsel vooral op het voorhoofd, de kin, ellebogen, knieën, onderarmen en onderbenen; alle andere locaties zijn eigenlijk al min of meer suspect. Een trauma capitis ontstaat zelden door een val bij kinderen onder de 5 jaar van een hoogte tot 3 meter en is dus verdacht voor een gevolg van schudden of slaan, al dan niet met een voorwerp. Soa (in de keel, vagina, urethra en anus) zijn bij kinderen uiteraard altijd een alarmsignaal. Bij kinderen is het van belang of het verhaal overeenkomt met dat van de ouder, waarbij uitspraken als ‘mijn kind heeft altijd zo snel blauwe plekken’ te denken geven.

Actie bij letsel

Documenteer gevonden letsels altijd goed, compleet met de locatie, kleur, omvang en vorm en het stadium van genezing. Herhaling van letsel, onvoldoende verklaring voor het ontstaan ervan, lokalisatie op ongebruikelijke plekken en een delay van meer dan 24 uur voordat actie tot verzorging wordt ondernomen, vragen om specifieke aandacht. Al vormen letsels op verdachte plaatsen niet altijd het bewijs voor mishandeling, het is goed om wel de mogelijkheid in overweging te nemen. Bij recent onderzoek bleek slechts 13 procent van de deelnemende artsen enkele voorgelegde casussen van letsel door huiselijk geweld (bijna) correct te beoordelen. Dat geeft te denken, gezien de mogelijke gevolgen voor de slachtoffers. Inspecteer dus het hele lichaam als u de situatie niet vertrouwt. U kunt altijd een kinderarts, gynaecoloog of dermatoloog consulteren en ook is altijd overleg mogelijk met het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK, tel. 0900-123 1230).

Dr. Udo J.L. Reijnders, forensisch geneeskundige GGD Amsterdam (ureijnders@ggd.amsterdam.nl) Babette C. Drijber, aios en arts afdeling Forensische Geneeskunde GGD Amsterdam

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen