H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
Patiënten met Perifeer Arterieel Vaatlijden (PAV) zijn gebaat bij looptraining. Of deze interventie ook nog effectief is zonder begeleiding van een fysiotherapeut, is de vraag. Met andere woorden: is het motiveren van patiënten met PAV om dagelijks te gaan wandelen al voldoende om een klinisch relevante verbetering van hun loopafstand te bewerkstelligen?
Mary McDermott en anderen deden onderzoek naar de effectiviteit van wekelijkse, motiverende groepsbijeenkomsten ter verbetering van de loopafstand van patiënten met PAV. Die kregen het advies om 5 dagen per week minimaal 50 minuten te wandelen. Wat zou hiervan het effect zijn, in combinatie met de wekelijkse bespreking van trainingsresultaten met lotgenoten?
De controlegroep kreeg geen loopadvies maar werd wel 6 maanden gevolgd. Het primaire eindpunt van hun onderzoek was de 6-minutenloopafstand, een goede voorspeller voor morbiditeit en mortaliteit. Daarnaast keken zij naar het effect op maximale pijnvrije loopafstand, invloed op dagelijkse activiteiten, het effect op loopsnelheid, de af te leggen afstand en op traplopen. Ten slotte vergeleken ze de kwaliteit van leven in beide groepen. Zowel op het primaire eindpunt als op de overige eindpunten zagen de onderzoekers na 6 maanden statistisch significante verbeteringen in de interventiegroep. In geen van beide groepen verbeterde het traplopen en de kwaliteit van leven. Dit laatste is begrijpelijk, daar deze patiënten behalve door PAV beperkt zijn door een breed scala aan comorbiditeit, zoals angina pectoris (15%), maligniteit (15%), diabetes mellitus (30%) en hartfalen (10%).
De conclusie luidt dat loopprogramma’s gecombineerd met wekelijkse groepssessies resulteren in een betekenisvolle verbetering van de loopafstand van patiënten met PAV. Jammer dat de onderzoekers niet hebben gekeken naar het advies om 50 minuten per dag te lopen zonder wekelijkse groepsessies. En dat de controlegroep niet was samengesteld uit patiënten die wel begeleiding kregen van een fysiotherapeut. Evengoed is het hoopgevend dat het loopadvies na 6 maanden een klinisch relevante verbetering van de loopafstand laat zien. Mits deze winst niet resulteert in een wandeling naar de dichtstbijzijnde sigarenboer, is er toch weer wat gewonnen.