In de jaren zestig van de vorige eeuw werden maatschappelijke experimenten uitgevoerd om effecten van sociale politiek wetenschappelijk te kunnen onderzoeken. De methodologie voor dit onderzoek werd mede ontwikkeld door Donald Campbell (1916-1996).1 Yvette Bartholomée doet nu onderzoek naar de vraag hoe het komt dat zijn werk zo veel invloed heeft gehad. Amerikaans evaluatieonderzoek uit de jaren zestig en zeventig stond in dienst van bestuurders: men gebruikte ‘mechanische objectiviteit’ om het wantrouwen tegen beleidsmakers weg te nemen: het vertrouwen in getallen verving het vertrouwen in personen; het persoonlijke oordeel werd vervangen door gestandaardiseerde procedures die Campbell en anderen steeds verder verfijnden. De conclusie van de promovenda is dat deze methoden geen neutrale instrumenten zijn. De strikt gehanteerde criteria herscheppen tegelijkertijd de werkelijkheid die bestudeerd wordt: feit en interpretatie raken onontwarbaar verknoopt. Als kwaliteit, bijvoorbeeld van scholen, wordt gemeten aan de hand van een bepaalde test zullen leerkrachten hun onderwijs zo inrichten dat hun leerlingen gunstig scoren op die test. Op deze wijze streven naar objectiviteit verhult in veel gevallen de keuzes die gemaakt zijn: ze herscheppen de werkelijkheid die bestudeerd wordt; feit en interpretatie lopen zo door elkaar. Op deze wijze breidt de wetenschap niet zijn actieradius uit tot de alledaagse werkelijkheid, verlaten wetenschappers niet het laboratorium: wetenschappers vervormen de alledaagse werkelijkheid tot laboratorium. De samenleving wordt een experimenterende samenleving. Sociaal-wetenschappelijk onderzoek krijgt zo relevantie voor een breed publiek in een andere dan louter wetenschappelijke context. De promovenda beschrijft ook de pogingen van Campbell om zijn methoden ingang te laten vinden in de culturele antropologie. Hij deed crosscultureel onderzoek naar de gevoeligheid voor visuele illusies onder Amerikanen en Afrikanen. Toch hielden de meeste culturele antropologen vast aan hun eigen onderzoeksthema’s en aan hun eigen methoden, waarmee de complexe wereld van beleefde ervaringen vanuit het perspectief van de deelnemers begrepen kon worden. De strategie van Campbell om zijn onderzoeksmethodologie ook op dit terrein in te voeren slaagde niet. Is dit historisch-wetenschappelijk onderzoek nu van belang voor huisartsen? Ja en nee. Nee, omdat het geen betrekking op onze eigen discipline heeft. Ja, omdat het mij tenminste aan het denken heeft gezet over de vraag wat maatschappelijk experimenteren betekent: de werkelijkheid door de strikte criteria die sociale experimenteerders aanleggen hervormen en herscheppen. Het dilemma dat zich aan mij opdrong was: willen we met onze wetenschap de wereld verbeteren, of willen we de werkelijkheid begrijpen? En dat is ook voor de huisarts een relevante vraag. Ger van der Werf
Literatuur
- 1.↲Campbell DT, Stanley JC. Experimental and quasi-experimental designs for research. Chicago: Rand McNally, 1966.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.