Dr. Hans van der Schoot, interim-bestuursvoorzitter NHG, voorheen gynaecoloog en bestuurder Nederlandse Vereniging van Obstetrie, Sint Lucas Andreasziekenhuis en OLVG
Van der Schoot: “Het herstellen van de huisartsgeneeskundige inbreng in bestuur, directie en managementteam na het vertrek van Rob Dijkstra, is belangrijk. Ik ben dan ook blij met de benoemingen van huisartsen Henriëtte van der Horst als voorzitter van de Raad van Toezicht en Henk Schers als voorzitter van de Verenigingsraad. Aan het managementteam zijn tijdelijk huisartsen Ivo Smeele en Jako Burgers toegevoegd. We zijn aan het bekijken of dit zo moet blijven of dat de huisartseninbreng een andere vorm moet krijgen.”
Wat zijn je bevindingen?
“Ik constateer dat het NHG met een enorme veelheid van onderwerpen bezig is. Stapelingsziekte. Telkens worden nieuwe projecten opgestart, maar er wordt veel te weinig gestopt met projecten die minder passen bij de toekomst. We zijn bezig met een portfolio-analyse en een marktanalyse om meer evenwicht te krijgen tussen ‘start doing’ en ‘stop doing’. Het NHG moet zich meer gaan richten op de kerntaken.”
Waar zitten ontwikkelingsmogelijkheden?
“Je moet eigenlijk maar drie dingen tegelijk doen. Meer tijd en energie heb je niet. Voor het NHG is dat verdere aanscherping van het richtlijnenbeleid richting persoonsgerichte zorg en het samen met de patiënt beslissen. Daarnaast de overgang van fysiek naar digitaal contact met de leden. En tot slot elk jaar continu bezig zijn om projecten ook af te schalen en te stoppen. Dat is nodig om ruimte te creëren voor nieuwe projecten.”
Welke rol heeft het NHG binnen het speelveld van de zorg?
“Naar mijn idee dat het NHG vooral wetenschappelijk onderbouwt wat de huisarts kán doen. Dat wordt teveel verward met wat de huisarts mag of moet doen of zou moeten doen. Dat zijn vragen voor andere organisaties zoals de LHV. Het NHG zou zich vooral met die vraag moeten bezighouden: wat kan de huisarts wetenschappelijk onderbouwd doen?”
Waar staat het NHG over vijf jaar?
“Dan is het NHG nog steeds een parel in de Nederlandse gezondheidszorg die vooral een krachtige wetenschappelijke onderbouwing geeft van wat de huisarts kan doen. Dat is de kern. En er is meer integratie met de LHV en InEen.”
Reacties
Er zijn nog geen reacties.