Wetenschapsjournalist Hans van Maanen verzamelt al jaren misvattingen uit cultuur en wetenschap. Deze bundel – met lichtvoetige ironie tot ‘encyclopedie’ bestempeld – bevat ongeveer 600 algemene weetjes en stellingen die stuk voor stuk een misvatting blijken te zijn. Hij weerlegt en nuanceert stellingen uit kunst (Johnny Weismuller zei: ‘Me Tarzan, you Jane.’), aardrijkskunde (‘Mexico City is de hoofdstad van Mexico.’), gezondheid (‘Handen wassen voor het eten!’), wetenschap (‘De zon komt in het oosten op.’), geloof (‘Eva at een appel’) en biologie (‘een worm kun je doormidden hakken’). De toon is ontnuchterend nuchter, als ik dit bijna-pleonasme mag gebruiken. Zo begint de weerlegging van de opvatting ‘Een worm kun je zo doormidden hakken’ als volgt: ‘Het kan wel, maar de worm overleeft het niet.’ Op het eerste gezicht denkt een lezer: ‘Wat een leuke verzameling’. En hij begint grinnikend te bladeren en te snoepen. Maar dat tamelijk achteloze bladeren duurt niet lang. Lezen gaat steeds langzamer. Dan blijkt dat Van Maanen de lezer in drijfzand heeft gelokt. Want elk stukje dwingt de lezer tot het beantwoorden van op zijn minst drie vragen: ‘Ken ik deze opvatting?’ ‘Besefte ik dat het een misvatting was?’ ‘Ben ik het eens met de weerlegging van de opvatting?’
Zo zet Van Maanen aan tot nadenken en brengt hij alle mogelijke emoties teweeg, van gêne (‘Oei, ook ik huldig die misvatting.’) via instemming (‘Ja, dat wist ik, wat stom dat anderen dat nog steeds denken.’) tot vreugde (‘Volgens mij heeft Van Maanen het bij het verkeerde eind!’). Bij mij kwamen deze reacties respectievelijk op bij de stellingen ‘Nederland werd op 5 mei 1945 bevrijd’ (dat dacht ik namelijk ook), ‘Eskimo's hebben twintig woorden voor sneeuw’ (ah, de oude en achterhaalde Sapir-Whorff-hypothese) en ‘De maag rammelt van de honger’ (volgens mij is hier sprake van een metafoor – een brekend liefdeshart ‘breekt’ immers ook niet in tweeën). ‘Onze hersenen lijken meer op een uitdragerij, vol met verstofte feiten en vastgeroeste meningen, met nooit weerlegde onzin en nimmer getoetste geruchten’, zo schrijft hij in de inleiding. Dat is meteen zijn doel: morrelen aan het gemakzuchtig ‘slikken’ van kennis-van-horen-zeggen. Van Maanen is verre van een arrogant leermeester. Hij zoekt naar waarheid, maar ‘de waarheid zullen wij wel nooit vinden, maar sommige opvattingen zijn minder onwaar dan andere.’ En hij verzucht: ‘De hersenen zijn geen haar beter dan het hart’. Het is een verschrikkelijk leuk boek, waarmee ik bedoel dat het ‘leuk’ is én ‘verschrikkelijk’ omdat je er niet los van komt. Wat is prettiger dan het heftig eens of oneens te zijn met een auteur? Derhalve, lees het boek, nee, spel het boek en reageer op zijn mailadres dat ik hier verklap (het adres staat niet in het boek): hvm@parool.nl. Want Van Maanen weet welk lot hem te wachten staat: ‘Ik vrees dat het verzamelen van misvattingen, en het optekenen en weerleggen ervan, een levenswerk gaat worden’. Dit strekke de lezer tot troost. Uiteindelijk kan hij het boek sluiten. Hans van Maanen niet.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.