Richtlijn

NHG-Standaard Chronische nierschade

Gepubliceerd
3 mei 2018
Op initiatief van de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) is de nieuwe multidisciplinaire richtlijn (MDR) Chronische nierschade (CNS) ontwikkeld. Tegelijkertijd is ook de NHG-Standaard Chronische nierschade ontwikkeld, die de LTA Chronische nierschade (2009) vervangt.
0 reacties

Op initiatief van de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) is de nieuwe multidisciplinaire richtlijn (MDR) Chronische nierschade (CNS) ontwikkeld. Tegelijkertijd is ook de NHG-Standaard Chronische nierschade ontwikkeld, die de LTA Chronische nierschade (2009) vervangt.

Belangrijkste wijzigingen

  • Chronische nierschade wordt gedefinieerd en gestadieerd met behulp van nierfunctie en albuminurie.

  • Voor het bepalen van de mate van albuminurie heeft de albumine-creatinineratio de voorkeur boven de albumineconcentratie.

  • De termen micro- en macro-albuminurie zijn vervangen door matig verhoogde en ernstig verhoogde albuminurie.

  • De nierfunctie wordt geschat (eGFR) met de CDK-EPI-formule.

  • Op basis van de eGFR in combinatie met de mate van albuminurie wordt een risicostratificatie voor het risico op cardiovasculaire schade, progressie van nierschade en mortaliteit gemaakt. Er wordt geen leeftijdscriterium meer gehanteerd.

  • Progressie van achteruitgang van de nierfunctie en acute nierschade zijn gedefinieerd.

  • Screening op metabole complicaties van chronische nierschade wordt alleen nog aanbevolen bij patiënten met een sterk verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen of eindstadium nierfalen die bij de huisarts onder controle zijn. Hierbij wordt bepaling van het parathormoon (PTH) en behandeling met actief vitamine D bij een verhoogde PTH-spiegel niet meer aanbevolen.

  • Er zijn aangepaste samenwerkingsafspraken met internist-nefrologen opgenomen die nieuwe verwijsindicaties bevatten. Ook zijn er samenwerkingsafspraken met diëtisten, apothekers en laboratoriumspecialisten klinische chemie opgenomen.

  • De adviezen over medicatiebewaking en het voorkómen van acute nierschade bij dreigende dehydratie zijn uitgebreider beschreven.

Kernboodschappen

  • Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of verhoogde albuminurie is vervolgdiagnostiek nodig om de diagnose chronische nierschade te bevestigen en om uit te sluiten dat de uitslag het gevolg is van acute nierschade of verstorende factoren.

  • Onder chronische nierschade wordt verstaan: een verlaagde eGFR en/of verhoogde albuminurie en/of specifieke sedimentsafwijkingen die gedurende tenminste drie maanden aanwezig zijn.

  • Patiënten met chronische nierschade hebben een verhoogd risico op hart- en vaatziekten dat vergelijkbaar is met patiënten met diabetes mellitus; zij hebben ook een verhoogd risico op eindstadium nierfalen.

  • De standaard bevat het advies om bij alle patiënten met een eGFR < 60 ml/ min/1,73 m2 de medicatiebewaking in het HIS te activeren, de actuele eGFR door te geven aan de apotheker en de dosering van bekende en nieuwe medicatie indien nodig aan te passen.

  • Bij patiënten met chronische nierschade gaat veel aandacht naar de behandeling van hypertensie. Bij een indicatie voor bloeddrukverlagende behandeling hebben RAS-remmers bij patiënten met chronische nierschade en verhoogde albuminurie de voorkeur.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen