Samenvatting
Sinds het verschijnen van het beleidsplan ‘Wetenschap in de praktijk’ staat de inhoudelijke ondersteuning van de districten hoog in het vaandel van het NHG. De eerste stap in oktober vorig jaar was de oprichting van een ‘bureau’ Advisering en Ondersteuning. Deze sectie is nu samen met diverse scholingsactiviteiten ondergebracht in de nieuwe afdeling Advisering en Scholing (A&S). Theo Voorn is aangetrokken als afdelingshoofd (zie het interview op de achterpagina van dit katern). Een blik op de activiteiten van de nieuwe afdeling.
Vraaggestuurd
Kernpunt van de in 1999 verschenen NHG/LHV-Beleidsnota ‘Kwaliteit op Koers’ was de accentverschuiving van aanbod naar vraag. Veel meer dan voorheen wilde het NHG aanhaken bij initiatieven in het veld op het gebied van kwaliteitsverbetering. En de behoefte aan ondersteuning bij de uitvoering van dergelijke ‘kwaliteitsprojecten’ zou sturend moeten zijn voor de activiteiten die het NHG ontplooide. Dit beleidsvoornemen vormde de rode draad in het beleidsplan ‘Wetenschap in de praktijk’, dat het NHG voor de jaren 2001 tot 2006 ontwikkelde. Verschillende stappen zijn al gezet om het in praktijk te brengen.
Advisering en Ondersteuning
Centraal in de nieuwe NHG-afdeling A&S staat de functie van advisering en ondersteuning van de districten. Vanaf oktober vorig jaar trokken drie wetenschappelijk medewerkers (allen huisarts) het land in om te inventariseren welke kwaliteitsprojecten er al lopen, wat voor plannen zoal bestaan, welke knelpunten worden ondervonden, en welke vragen om ondersteuning er leven. Zij zijn ook gespitst op feedback uit het veld op activiteiten en producten van het NHG.
Binnen deze sectie Advisering en Ondersteuning is een aantal functies gebundeld. Bij de advisering van de districten gaat het om vraag- en probleemverheldering en het aandragen van mogelijke oplossingen. Onder de ‘makelaarsfunctie’ wordt verstaan het bijeen brengen van de vraag- en aanbodzijde. Dat betekent dat vragen die de sectiemedewerkers niet zelf kunnen afhandelen, worden doorgesluisd naar andere NHG-medewerkers en in voorkomende gevallen ook naar mensen buiten het NHG. En tot slot wordt ook ondersteuning geboden bij het doorvoeren van kwaliteitsverbeterende maatregelen. In eerste instantie richt de sectie zich bij dit alles op de districtscoördinatoren, die immers veelal een sturende rol voor de overige kwaliteitsfunctionarissen in de districten hebben. Deze kwaliteitsfunctionarissen kunnen echter desgewenst zelf ook op rechtstreekse ondersteuning rekenen.
In de afgelopen maanden bereikten al vele, sterk uiteenlopende verzoeken de sectie. Zo waren er verzoeken om informatie over onderdelen van de praktijkuitrusting, om ondersteuning bij het opstellen en uitvoeren van plannen voor kwaliteitsverbetering en praktijkondersteuning, om begeleiding van bestuurlijke processen, om coaching en begeleiding, en om achtergrondinformatie over implementatiemethoden.
Een recente ontwikkeling die veel aandacht vraagt is het kwaliteitsbeleid in de grootschalige dienstenstructuren. Nog maar een jaar geleden was niet te voorzien dat deze ontwikkeling zo snel zou gaan. Het illustreert ook fraai hoe de sectie wil werken: inspelen op actuele onderwerpen en daarbij proberen zoveel mogelijk ondersteuning te bieden waar daaraan behoefte bestaat.
Scholing en Training
Het leeuwendeel van de sectie Scholing en Training (S&T) van de nieuwe afdeling wordt gevormd door de NHG-Kader-opleidingen Huisartsgeneeskunde (KH). De sectie telt vooralsnog vijf wetenschappelijk medewerkers, waaronder twee huisartsen en drie gedragswetenschappers. De kaderopleidingen worden om een aantal redenen ontwikkeld.
- Er is behoefte aan kaderfunctionarissen in de districten die de functies van docent en consulent kunnen vervullen. Dit om de verdieping en ontwikkeling van het vakgebied en de versterking van de huisartsgeneeskundige zorg verder gestalte te kunnen geven. Zo kan ook worden voorzien in het dreigende grote tekort aan docenten.
- Het opleiden van specifieke deskundigen is ook nodig voor de voortzetting van het proces van professionalisering. Dit proces is ingezet met aanvankelijk de éénjarige, vervolgens de tweejarige en nu de driejarige huisartsopleiding, en met de nascholing (deskundigheidsbevordering en kwaliteitsbeleid). Kaderopleidingen vormen een onderdeel van dat proces van continue vorming en scholing.
- Kadervorming biedt ook mogelijkheden voor persoonlijke carrièrevorming. Dat is niet alleen belangrijk voor de persoonlijke ontwikkeling van de huisarts, maar houdt ook het beroep aantrekkelijk. Hieronder valt ook de differentiatie en specialisatie. Een deel van de werkdag van de huisarts wordt dan besteed aan onderwerpen waar deze extra belangstelling voor heeft en zich nader in heeft verdiept. Patiënten van collega's met vragen op een specifiek deelgebied worden naar een ‘gespecialiseerde’ huisarts doorverwezen voor advies.
De betreffende opleidingscommissies formuleerden de eindtermen voor kaderopleidingen op zes klinische deelgebieden: Astma/COPD, Cardiovasculaire aandoeningen, Diabetes mellitus type 2, Gastroenterologie, GGZ-problemen, Palliatieve zorg en Urogynaecologische aandoeningen. Begin dit jaar ging de Kaderopleiding Palliatieve zorg al van start met vijftig cursisten (ongeveer twee per district). Deze opleiding duurt anderhalf jaar; de uitvoering ligt in handen van de Universiteit van Amsterdam. De Kaderopleiding GGZ is momenteel in ontwikkeling in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam. De opleiding begint april volgend jaar met maximaal 25 deelnemers (één per district) en zal twee jaar duren. Voor de overige vier klinische deelgebieden is de ontwikkeling van de kaderopleidingen eveneens in gang gezet.
Behalve over de genoemde zes klinische deelgebieden zijn er nog kaderopleidingen in ontwikkeling of al in uitvoering over een zestal algemene onderwerpen. In ontwikkeling zijn Consultatie en advies geven, Gezondheidszorgbeleid/management, en Medisch onderwijs. De Kaderopleidingen Kwaliteitszorg en Wetenschappelijke vorming worden al gegeven, alsmede de drie-jarige NHG-Huisarts-supervisoren en -begeleidersopleiding die deze maand van start is gegaan.
Nieuw onderdeel in H&W
De afdeling A&S zal ook zorgdragen voor de redactie van ‘Kwaliteitsbeleid in de praktijk’, het nieuwe onderdeel van H&W dat in januari 2002 van start gaat. Overigens is dit nog maar een ‘werktitel’; er wordt nog gezocht naar een definitieve benaming voor dit deel over implementatie van kwaliteitsverbeterende maatregelen in de huisartspraktijk. In het verleden is gebleken dat het niet voldoende is om fraaie richtlijnen en onderzoeksresultaten te publiceren. Wanneer er geen aandacht is voor het doorvoeren van veranderingen, belandt het leeuwendeel van al dat fraais op de stapel ‘nog af te handelen zaken’ van de overdrukke huisarts, om daar nooit meer vanaf te komen. Het ‘Kwaliteitsdeel’ zal dan ook pogen de stap van wetenschap naar de invoering in de praktijk te vergemakkelijken. In de op te richten redactieraad zullen onder anderen huisartsen uit de districten zitting nemen. Immers, anders dan bij het huidige NHG-katern, zal veel ‘input’ uit de districten komen.
Het onderdeel zal steeds acht pagina's tellen. Aan bod komen thema's als het doorvoeren van veranderingen, communicatie en attitude, diagnostische vaardigheden, lichamelijk onderzoek en therapie, en samenwerking. Er wordt gestreefd naar een inhoudelijke afstemming met H&W. Voor de eerste nummers staan de volgende onderwerpen op het programma:
- refractiestoornissen;
- GGZ;
- het maken van een jaarverslag;
- grootschalige dienstenstructuren;
- praktijkondersteuning.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.