In deze versie van de NHG-Standaard Astma heeft de werkgroep besloten tot aanscherping van de diagnostische criteria om zo onder- en overdiagnose en daarmee ook onder- of overbehandeling te voorkomen.
Uit onderzoek blijkt dat de diagnose astma adequaat gesteld kan worden op grond van een typische anamnese in combinatie met afwijkende bevindingen tijdens spirometrie. Spirometrie wordt bij voorkeur uitgevoerd op het moment dat de patiënt klachten heeft. Aangetoonde reversibiliteit of variabiliteit (FEV1-verschil van 12% en 200 ml tussen 2 metingen) zijn obligaat voor de diagnose. Bij blijvende twijfel is een metacholine- of histamineprovocatietest aangewezen. Deze test is ook in een aantal eerstelijns diagnostische centra voorhanden. Indien ook deze test negatief is, is astma vrijwel uitgesloten. Het wordt niet langer aanbevolen om de diagnose astma alleen op anamnestische gronden te stellen.
Overmatig SABA-gebruik
Afgelopen jaren is duidelijker geworden dat er schadelijke effecten zijn van overmatig gebruik (vaker dan 2 keer per week) van een kortwerkend bèta-2-mimeticum (SABA). Overmatig SABA-gebruik is meestal een teken van onvoldoende astmacontrole. Patiënten die frequent een SABA gebruiken zonder onderhoudsbehandeling met ICS hebben een hoger risico op longaanvallen (exacerbaties), ziekenhuisopname en overlijden. Het indicatiegebied voor gebruik van een SABA is daarom beperkter geworden en preventie van overmatig SABA-gebruik is toegevoegd. Nieuw is de mogelijkheid om bij een duidelijke astmadiagnose de 1e medicatiestap over te slaan en laagdrempelig te starten met een ICS-onderhoudsbehandeling om zo een betere astmacontrole te bereiken. Tevens zijn aanbevelingen over monitoring van SABA-gebruik opgenomen en is het beleid bij overmatig gebruik beschreven.
Een nieuw medicamenteus stappenplan
Op grond van recente publicaties zijn er aanwijzingen dat onderhoudsbehandeling met formoterol-ICS zo nodig als 1e behandelstap even goede astmacontrole geeft als ICS-onderhoudsbehandeling en in dezelfde mate longaanvallen (exacerbaties) kan voorkomen. In 2019 is deze nieuwe benadering in de GINA-richtlijn opgenomen. Dit wordt gezien als een fundamentele wijziging in het astmabeleid. In de NHG-Standaard is deze nieuwe behandeloptie nu als gelijkwaardig alternatief geïntroduceerd. ICS-formoterol zo nodig is gemakkelijk implementeerbaar en de kans op overmatig SABA-gebruik is vrijwel afwezig. Bij frequenter gebruik gaat men als het ware vanzelf over naar een onderhoudsdosering. Een nadeel is dat de mogelijkheid van een succesvolle onderhoudsbehandeling met laaggedoseerd ICS (zonder LABA) dan wordt overgeslagen.
Astmacontrole van drie naar twee niveaus
In de Nederlandse situatie was er aanvankelijk consensus over de termen goede, gedeeltelijke en slechte astmacontrole. In de huisartsenpraktijk gaf deze driedeling echter verwarring, omdat het beleid tussen gedeeltelijke en slechte astmacontrole meestal niet verschilde. De driedeling is daarom vervangen in de tweedeling goede en onvoldoende astmacontrole. Deze tweedeling wordt voortaan gemaakt op grond van de uitslag van een patiëntvragenlijst (ACQ6 of ACT). Deze vragenlijsten maken in veel praktijken al deel uit van de astmazorg.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.