NHG Forum

Nulmeting GGZ:

Gepubliceerd
10 december 2001

Samenvatting

Wat beschouwen huisartsen als hun taken in de GGZ? Hoe ziet hun feitelijk handelen eruit? Hoe ervaren zij de werkbelasting? En wat is hun behoefte aan nascholing en ondersteuning? Op deze en andere vragen richtte zich een uitgebreide enquête die afgelopen zomer werd gehouden onder een steekproef van meer dan 2.800 huisartsen. De gegevens die hiermee zijn verkregen, dienen als ‘nulmeting’ om later de resultaten van het GGZ-project te kunnen evalueren. Een eerste greep uit de uitkomsten.

De problemen van nu

Er zijn nogal wat huisartsen die knelpunten ervaren bij de geestelijke gezondheidszorg voor hun patiënten. Daarvoor hebben ze te weinig tijd, er is hinder van wachtlijsten, het vergoedingensysteem is onduidelijk, een sociale kaart op GGZ-gebied ontbreekt en er zijn hoe dan ook al te veel huisartsentaken. Een grote meerderheid van de huisartsen vindt het moeilijk om hulp te verlenen bij psychische problematiek van bepaalde categorieën (bijvoorbeeld allochtone) patiënten.

Wat de huisarts wil doen

Toch rekenen bijna alle huisartsen de volgende onderdelen uit de geestelijke gezondheidszorg tot hun takenpakket: de diagnostiek rond surmenage, onverklaar-de lichamelijke klachten, depressie, slaapstoornissen, verwerkingsproble-men, geneesmiddelenverslaving en angst- en paniekstoornissen. Andere onderwerpen scoren lager, bijvoorbeeld relatieproblemen, problemen op de werkvloer, alcoholverslaving, seksuele problemen en dementie. En minder dan de helft van de huisartsen vindt dat de diagnostiek van wanen, drugsverslaving, ADHD en persoonlijkheidsstoornissen hun taak is. Waar het niet de diagnostiek maar de behandeling van psychische problematiek betreft, liggen de percentages aanmerkelijk lager: de meeste huisartsen rekenen de behandeling van surmenage, onverklaarde lichamelijke klachten, depressie en slaapstoornissen nog wel tot hun taak, maar slechts een kleine minderheid vindt dat ook van de begeleiding bij problemen op het werk, in relaties, met seksualiteit en verslaving.

Behoefte aan nascholing

De respondenten is ook gevraagd naar de onderwerpen waarin zij nascholing hebben gevolgd in de afgelopen twee jaar. Daar kwam een opvallend cijfer uit naar voren: ruim driekwart van de huisartsen volgde nascholing over depressie. Er bestaat nu dan ook niet meer veel behoefte aan scholing over dit onderwerp. De grootste behoefte aan scholing ligt op het gebied van onverklaarde lichamelijke klachten, posttraumatische stress-stoornis, persoonlijkheidsstoornissen, ADHD/opvoedingsproblematiek, dementie en surmenage/spanningsklachten.

Ondersteuning in de praktijk

Een groot deel van de huisartsen geeft aan behoefte te hebben aan ondersteuning in de praktijk door een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige, een eerstelijnspsycholoog en een algemeen maatschappelijk werker. Verder bestaat er behoefte aan een sociale kaart van verwijs- en behandelingsmogelijkheden waar het gaat om de geestelijke gezondheidszorg, alsmede aan samenwerkingsprotocollen en multidisciplinaire richtlijnen. Op deze punten zal dus de aandacht worden gericht in de komende tijd. (AS)

Achtergronden van de nulmeting

De Werkgroep Onderzoek Kwaliteit Huisartsgeneeskunde (WOK) te Nijmegen heeft van LHV en NHG de opdracht gekregen een evaluatiestudie van het GGZ-project te verrichten. Hiertoe is afgelopen zomer een ‘nulmeting’ gehouden in de vorm van een enquête onder ruim 2.800 Nederlandse huisartsen. Bijna 1.500 huisartsen (53 procent) vulden de vragenlijst in. De eerste uitkomsten van deze nulmeting zijn gepresenteerd tijdens het NHG-Congres 2001. In de (nabije en verdere) toekomst zijn nog publicaties te verwachten in verscheidene vakbladen.

Wat gebeurt er met de resultaten? Allereerst zal de WOK de cijfers per district weergeven. Vervolgens kunnen de DHV’en hun toekomstige kwaliteitsbevorderende activiteiten op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg door de huisarts afstemmen op de specifieke knelpunten, scholingswensen en ondersteuningsbehoeften binnen hun eigen regio. En het NHG zal dan waar mogelijk met zijn producten en ondersteunende activiteiten proberen aan te sluiten bij de uitkomsten van het onderzoek en de wensen vanuit de districten.

Herhaling van de enquête In 2004 zal de enquête opnieuw worden gehouden. Daaruit zal dan moeten blijken in hoeverre de landelijke en regionale activiteiten in het kader van het GGZ-project hebben bijgedragen aan verbeteringen in het handelen van huisartsen en in de samenwerking binnen de eerstelijnsen met de tweedelijns-GGZ.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen