Door middel van 6 focusgroepen met in totaal 21 huisartsen (76,2% vrouw, gemiddeld 49 jaar), brachten Leidse onderzoekers de perspectieven van huisartsen in de aanpak van obesitas in kaart. De focusgroepen waren heterogeen qua geslacht, leeftijd, ervaring en praktijkpopulatie. Eén huisarts had obesitas als aandachtsgebied, een ander leefstijlcoaching. De onderzoekers introduceerden de thema’s 'bespreken', 'diagnostiek' en 'verwijzen' aan de hand van 3 voorbeeldcasus. Ze gebruikten bij de analyse het 'Theoretical Domains Framework', een gedragswetenschappelijk model om gedrag van zorgverleners in kaart te brengen.
Wat doen huisartsen?
Huisartsen bespreken obesitas vaker bij patiënten met wie zij een goede arts-patiëntrelatie hebben. Angst voor het beschadigen van de relatie en de gevoeligheid van het onderwerp zijn belemmerend, zeker als een patiënt met een klacht komt die niet aan obesitas gerelateerd is. Huisartsen zeggen niet altijd tijd te hebben voor diagnostiek of ze missen weegschaal en meetlint. Meten ze BMI en middelomtrek wel, dan helpt dit later bij het bespreekbaar maken van gewicht, verwijzingen, medicatievoorschriften en interpretatie van laboratoriumonderzoek. Huisartsen aarzelen daarbij ook om patiënten te verwijzen, omdat zij twijfelen aan het effect van de behandelingen en bovendien zijn er onvoldoende verwijsmogelijkheden.
Een beperking van het onderzoek is het gebruik van de voorbeeldcasus waarmee de onderzoekers invloed hadden op de richting van de bijeenkomsten. Daarnaast waren de deelnemende huisartsen mogelijk bovengemiddeld geïnteresseerd in obesitas, waardoor zij andere perspectieven hebben op de aanpak van obesitas dan de gemiddelde huisarts.
Conclusie
Al met al bevestigt dit onderzoek het belang van de arts-patiëntrelatie én wordt een praktische eerste stap aangereikt in de aanpak van obesitas: investeer in een weegschaal en meetlint voor elke spreekkamer.
Lees meer over het onderzoek Dutch general practitioners’ perspectives on addressing obesity: A qualitative study van W.J. van den Hout, et al.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.