We zien als huisartsen veel patiënten met lagerugpijn en we weten dat het beloop in veruit de meeste gevallen gunstig is. Groningse onderzoekers trekken de conclusie dat het watchfull waiting beleid volgens de NHG-Standaard bij patiënten met uitstralende lagerugpijn meestal een adequate strategie is.
De onderzoekers beschrijven deze patiëntencategorie wat betreft aantallen, diagnostiek, behandeling en langetermijnbeloop. De gemiddelde incidentie en prevalentie van lagerugpijn met uitstraling in de huisartsenpraktijk blijkt respectievelijk 9,4 en 17,2 per 1000 patiënten per jaar. In dit onderzoek hadden in totaal 390 patiënten 1193 contacten met hun huisarts. De helft had slechts één contact gedurende een episode van lagerugpijn met uitstraling. Er waren meer spreekuurcontacten bij patiënten met een eerdere periode van rugpijn zonder uitstraling en bij patiënten met een diagnose van radiculopathie (L86.0) in de eerste vijf jaren. Bij deze laatste subgroep van 103 patiënten bleek op dat moment de helft radiculopathie te hebben. Van de patiënten met lagerugpijn met uitstraling kreeg 64% pijnmedicatie, meestal NSAID’s, en 53% werd verwezen, vooral naar fysiotherapeuten en neurologen, en 9% onderging een chirurgische ingreep.
De auteurs trekken de conclusie dat watchfull waiting bij patiënten met uitstralende lagerugpijn meestal een adequate strategie is. Verder onderzoek moet de relatie ophelderen tussen lagerugpijn met uitstraling, lagerugpijn met uitstraling zonder radiculopathie en lagerugpijn zonder uitstraling.
Spijker-Huiges A, et al. Radiating low back pain in general practice: incidence, prevalence, diagnosis, and long-term clinical course of illness. Scan J Prim Health Care 2015;33:27-32.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.