Het onderzoek werd uitgevoerd door een commerciële partij tussen januari en maart 2022. De onderzoekers interviewden 3 huisartsen en 2 triagisten, 254 patiënten vulden een vragenlijst in (8% respons).
Uitkomsten
Van de patiënten had 46% acute klachten, een kwart had meerdere dagen klachten. Een derde was al eerder beoordeeld, meestal door de eigen huisarts. Verder bleek dat 15% van de contacten voor een andere hulpverlener was of praktische redenen had, zoals geen tijd overdag. Twee derde van de patiënten zocht contact met de HAP voor advies, vooral ouders met jonge kinderen en patiënten die meerdere dagen klachten ervoeren.
Daarnaast gaf 70% aan bij klachten liever naar de eigen huisarts te gaan en 95% zei de HAP alleen te gebruiken voor zaken die niet kunnen wachten tot de volgende dag.
Urgentie
Ongeveer de helft van alle patiënten werd na triage gezien, 20% kreeg alleen een telefonisch advies. In 64% van de gevallen was er sprake van urgentie U1, U2 of U3. Opvallend is dat een derde van de patiënten met U4-U5-klachten een afspraak kreeg bij de huisarts. Daarnaast kreeg 45% van de patiënten die belden voor advies een consult aangeboden, hiervan had 20% een U4-U5-urgentie. Dit kwam met name voor in het weekend.
Tot slot
Beperkingen van dit onderzoek zijn het kleine aantal en uitsluitend stedelijke HAP’s, de lage respons van patiënten en de beperkt beschreven methodologie. Wel kan een dergelijke analyse van de patiëntenstromen een HAP inzicht geven in de mogelijkheden om de werkdruk te verminderen. In dit geval kunnen de deelnemende HAP’s wellicht (nog) meer in zetten op overbruggende adviezen, zodat meer patiënten naar hun eigen huisarts kunnen. Dit zou in lijn zijn met de voorkeur van veel patiënten en de hulpvraag, namelijk de behoefte aan advies.
Lees meer over het onderzoek Patiëntenstromen op de HAP en SEH. Rapportage - Onderzoek naar bezoekers van HAP en en SEH van W. Kloosterboer, et al.
Literatuur
- Kloosterboer W, et al. Patiëntenstromen op de hap en SEH. Rapportage - Onderzoek naar bezoekers van HAP en en SEH. Utrecht: Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), 2022.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.