De huisarts gaat na of er sprake is van een onvervulde kin-derwens of van subfertiliteit. Vraag de duur van de kinder-wens uit en het aantal maanden van onbeschermde coïtus. Is er sprake van een onvervulde kinderwens, dan informeert de huisarts naar de coïtusfrequentie en of deze plaatsvindt tij-dens de vruchtbare periode. Verder vraagt de huisarts naar de duur en de regelmaat van de cyclus (oligo- of amenorroe).
Bij amenorroe bekijkt de huisarts of deze primair of secun-dair is. Differentiaal diagnostisch moet de huisarts bij ame-norroe denken aan het Asherman-syndroom (intra-uteriene adhesies), Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS), vervroegde menopauze, hyperprolactinemie, chronische ziekte of een functionele amenorroe (onder andere laag lichaamsgewicht, stress, sporten). Alle voorgaande diagnosen kunnen zowel bij primaire als secundaire amenorroe de oorzaak zijn van de problematiek. Bij primaire amenorroe kan er tevens sprake zijn van chromosoomafwijkingen en congenitale afwijkingen van vagina, cervix, uterus of ovaria.
Bij amenorroe sluit de huisarts een zwangerschap uit. Hij vraagt naar een recente bevalling, abortus of curettage, voor-afgaand prikpilgebruik en of de vrouw borstvoeding geeft. Bij oligomenorroe moet differentiaal diagnostisch gedacht wor-den aan ovulatiestoornissen. Er wordt gevraagd naar aanwij-zingen voor PCOS (mogelijk overgewicht, hirsutisme, acne), vervroegde overgang (climacteriële klachten) of klachten die passen bij prolactinoom (galactorroe, gezichtsvelduitval). Tij-dens lichamelijk onderzoek van de vrouw kijkt de huisarts naar lichaamsbouw, secundaire beharing, externe en interne genitalia (aanleg externa genitalia, doorgankelijkheid maag-denvlies, anatomische afwijkingen), hirsutisme en opval-lend over- of ondergewicht. Indien er aanwijzingen zijn voor cyclus- en ovulatiestoornissen (oligomenorroe, anovulatoire stoornis, polymenorroe) of amenorroe ≥ 6 maanden wordt het paar doorverwezen naar de gynaecoloog.