Family Medicine besteedde onlangs een nummer aan de problemen die het oplevert om vast te stellen of dokters (nog wel) voldoende competent zijn. In veel landen dienen huisartsen zich om de zoveel jaar te laten herregistreren. Aan die herregistratie zijn een aantal eisen verbonden: artsen moeten een aantal uren of dagen praktiseren en ze moeten zich nascholen. Daarmee is nog niet vastgesteld of ze ook werkelijk competent zijn. Op een valide wijze vaststellen of artsen werkelijk competent zijn blijkt een ingewikkeld en tijdrovend gebeuren te zijn.1 Een eenvoudige screeningstest om hoogrisicogroepen te selecteren zou uitkomst bieden: dan hoeven alleen de artsen uit die risicogroepen aan een omslachtige toets onderworpen te worden. In Quebec gebruikten ze gegevens over prescripties, aanvragen voor aanvullende diagnostiek en verwijspatronen om dokters op te sporen die mogelijk slechter presteren.2 Deze artsen moesten een groot aantal toetsen afleggen om hun competentie te toetsen. Er bleken slechts een paar voorspellers van een slechte score op deze toetsen te zijn: het mannelijk geslacht, een hogere leeftijd, geen lid zijn van een professionele organisatie en niet in de grote stad werken. De auteurs geven aan dat het selecteren voor nadere toetsing op leeftijd problemen oplevert omdat het in strijd is met het verbod op leeftijdsdiscriminatie. Ook het selecteren op geslacht schiet natuurlijk in het verkeerde keelgat. Maar het beïnvloeden van de andere twee variabelen kan in Nederland voor het NHG en de (grote) steden gunstig uitpakken. (HvdH)
Literatuur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.