Nieuws

Over het nieuws van overmorgen

Gepubliceerd
2 april 2014
Nieuws wordt gemaakt in toptijdschriften, en weerlegd in de kleinere bladen. Toptijdschriften halen makkelijk de kranten, de kleinere bladen minder. Zo gaat het: onderzoekers melden een mooie bevinding in het ‘gezaghebbende’ Nature of het ‘vooraanstaande’ New England Journal of Medicine, en de kranten staan er trouwhartig vol van. Vervolgens blijkt het allemaal toch wat ingewikkelder dan de oorspronkelijke onderzoekers meenden of is het effect toch wat kleiner dan aanvankelijk gedacht. Tegen die tijd zijn de top- en dagbladen echter alweer bij de volgende doorbraak, en is het aan het tweede echelon om de nuance te brengen en de twijfel te zaaien. Wie alleen de uitersten, de grote bladen en de kranten volgt, krijgt een vertekend beeld van de wetenschap.
Dat komt natuurlijk, in ieder geval voor een deel, omdat redacties van toptijdschriften en van kranten in eenzelfde schuitje zitten. Beide zitten gevangen in de strijd om het beste en grootste nieuws, en maken in die strijd liever fouten van de tweede soort dan van de eerste soort: ze accepteren een spraakmakend stuk dat later niet helemaal waterdicht blijkt te zijn en laten een doortimmerd genuanceerd stuk graag over aan de mindere bladen. (Media zou je op analoge wijze kunnen indelen: kwaliteitskranten vinden een fout van de eerste soort het ergst, nu.nl fouten van de tweede soort – ‘echte’ geleerden noemen Nature en Science dan ook graag de boulevardbladen van de wetenschap.)
Hierdoor kan het, zelfs als het tweede echelon allang zijn werk heeft gedaan en het getetter van de toptijdschriften ruimschoots heeft afgezwakt, nog jaren duren voordat hun heilzame werk tot de media doordringt. Onlangs publiceerde een Franse onderzoeksgroep de resultaten van hun analyse van de wijze waarop televisie over adhd bericht.1 Het stond niet in een toptijdschrift, dus misschien klopt het, en het aardige is bovendien dat het nu eens over televisie gaat, en niet over kranten – de meeste mensen krijgen hun informatie tegenwoordig nu eenmaal van de tv. Het gaat overigens ook op voor kranten.2
In een vrij heroïsche onderneming spitten Mélanie Bourdaa en haar collega’s van de universiteit van Bordeaux de archieven door van de Franse ‘Inathèque’,3 op zoek naar documentaires over adhd en Ritalin tussen 1995 en 2011. Zij vroegen zich af hoe de programma’s over drie kwesties berichtten: is adhd vooral genetisch, helpt Ritalin tegen onderprestatie op school, en is adhd zichtbaar in de hersenen. De huidige consensus, zo schrijven ze, is dat ‘niemand behalve de meest verstokte determinist’ nog meent dat adhd vooral genetisch is, dat Ritalin aanvankelijk wel leek te schelen bij kinderen met adhd, en dat eerder optimisme over diagnose van adhd via hersenscans niet heeft standgehouden.
Zestig programma’s kwamen boven water, 33 daarvan sneden metterdaad een van bovengenoemde kwesties aan. Die werden uitgeschreven en gecodeerd.
In 11 van de 16 programma’s waarin de oorzaak van adhd ter sprake kwam, werd glashard beweerd dat de ziekte erfelijk is; veelal werden jongetjes opgevoerd die mochten zeggen dat ze ‘zo geboren waren’. In veel programma’s kwamen experts aan het woord die wezen op een hoge overerfbaarheid van adhd (al zegt die weinig over genetische oorzaken), maar dat kwam mede, opperen de onderzoekers, omdat televisiemakers bij steeds dezelfde deskundigen te rade gingen.
Van 22 programma’s meldden 16 de heilzame werking van Ritalin op de schoolprestaties van adhd’ers, slechts 3 lieten ook modernere inzichten (‘Ritalin is geen wondermiddel’) langskomen.
Hersenscans doen het goed op televisie, dus geen wonder dat in ettelijke programma’s plaatjes werden getoond met het commentaar dat adhd goed zichtbaar is op hersenscans van kinderen – allemaal dezelfde plaatjes, afkomstig van een artikel waarin amper verschil in dopamineactiviteit werd gevonden tussen volwassenen met en zonder adhd.
Hans van Maanen is wetenschapsjournalist.

Literatuur

  • 1.Bourdaa M, Konsman JP, Sécail C, Venturini T, Veyrat-Masson I, Gonon F. Does television reflect the evolution of scientific knowledge? The case of attention deficit hyperactivity disorder coverage on French television. Public Underst Sci 2013 Jun 4 [Epub ahead of print].
  • 2.Gonon F, Konsman JP, Cohen D, Boraud T. Why most biomedical findings echoed by newspapers turn out to be false: the case of attention deficit hyperactivity disorder. PLoS One 2012;7:e44275.
  • 3.http://www.institut-national-audiovisuel.fr/nous-connaitre/entreprise/index.html.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen