Samenvatting
De farmaceutische industrie begeeft zich op de markt van welzijn en geluk.Vooral de afzetmarkt van antidepressiva is immens populair. Maar als er tientallen concurrenten zijn, is het niet eenvoudig een plaatsje in de markt te veroveren.Welke strategieën worden ingezet?
De pijlen worden bijvoorbeeld gericht op een specifieke indicatie, zoals eetstoornissen, sociale fobie of de gegeneraliseerde angststoornis, of op een specifieke doelgroep zoals kinderen. Ook worden wetenschappers in de arm genomen die een zogenaamde neutrale meta-analyse uitvoeren en in discussies polemiseren tegen alle onderzoeken die tegen het middel pleiten. De collega's die minder tijdschriften lezen, worden met interessante nascholingen overtuigd. Ook kun je je richten op de patiënt zelf. Patiëntgerichte reclame is evenwel in Nederland verboden, maar je kunt ook naamsbekendheid krijgen zonder reclame te maken. Dat was de slimme zet van Pfizer die een onderzoek sponsorde uitgevoerd door het respectabele NIPO. 1 In het persbericht werd gekopt met ‘gewichtstoename bij vrouwen en seksuele disfunctie bij mannen meest hinderlijke bijwerking antidepressiva’. Inderdaad interessant, zowel voor de arts als voor de leek. Uiteraard staat de naam van het geneesmiddel ook in het bericht vermeld. Verder wordt met geen woord over het middel gerept. Zie je wel, een onafhankelijk onderzoek. Het venijn zit hem in de persconferentie met Iteke Weeda als bekende Nederlander en een psychiater die gepromoveerd is op angststoornissen en nu adviseur is over wetenschappelijk onderzoek voor stichtingen en het bedrijfsleven. Ik citeer laatstgenoemde: ‘Opvallend is wel dat huisartsen tegen hun eigen richtlijnen in SSRI's voorschrijven, dat is prima. SSRI's hebben hun effectiviteit reeds bewezen en zijn veiliger in het gebruik dan klassieke antidepressiva’. Goh, da's nu ook toevallig, de sponsor van de enquête produceert ook een SSRI! Hoe heet dat middel ook al weer? (JB)
Literatuur
- 1.↲Foekema H, Oudenhuysen N. Rapport Depressie: verschil tussen mannen en vrouwen? Amsterdam: NIPO, 2001.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.