1. Van der Elst beschrijft hoe de huisarts met penicillineallergie geconfronteerd wordt. Wat is volgens haar het centrale probleem in de eerste lijn?
a. De morbiditeit als gevolg van penicillineallergie.
b. De overrapportage van penicillineallergie door de patiënt.
c. Het voorschrijfgedrag van huisartsen.
2. Een taak van de huisarts is bijwerkingen van allergische reacties onderscheiden. Bij hoeveel procent van de gemelde penicillineallergieën is volgens Van der Elst uiteindelijk geen sprake van allergie en wordt penicilline onterecht vermeden?
a. > 90%
b. > 75%
c. > 50%
3. Bètalactam-antibiotica zijn de eerste keus behandeling bij veel verschillende soorten infecties. Tot de bètalactamantibiotica behoren de penicillines (onder andere amoxicilline) en de carbapenems (zoals meropenem). Welke groep antibiotica hoort nog meer tot de bètalactamantibiotica?
a. Cefalosporines (onder andere ceftriaxon)
b. Chinolonen (onder andere ciprofloxacin)
c. Macroliden (onder andere erytromycine)
4. Kruisallergieën treden op tussen bètalactam-antibiotica onderling. Als de kruisallergie optreedt tegen de overeenkomende bètalactamring, kan geen enkel middel uit die groep meer worden voorgeschreven. Welke rol speelt de bètalactamring bij kruisallergie tussen bètalactam-antibiotica?
a. Geen rol, kruisreacties tegen de bètalactamring komen niet voor.
b. Onbelangrijke rol, het overgrote deel van de kruisreacties is gericht tegen de zijketen in het molecuul.
c. Belangrijke rol, het overgrote deel van de kruisreacties zijn gericht tegen de bètalactamring.
5. Een IgE-gemedieerde allergie kan worden aangetoond met huidtesten. In het ziekenhuis worden testen aan het bed afgenomen om te kijken of toediening van penicilline veilig is. Wat is volgens Van der Elst de bijdrage van deze ‘point of care’-metingen?
a. Negatief, na testuitslag blijft toediening van bètalactamantibiotica te gevaarlijk.
b. Positief, na testuitslag kunnen meer patiënten behandeld worden met bètalactamantibiotica.
6. Als de huisarts amoxicilline wil voorschrijven vanwege een pneumonie, meldt de patiënt dat hij in het verleden allergisch heeft gereageerd op penicilline. Wat raadt Van der Elst in dit geval aan om als eerste te doen?
a. Allergie noteren in medisch dossier.
b. Alternatief antibioticum voorschrijven.
c. Klachten uit het verleden uitvragen.
d. Verwijzen naar allergoloog voor huidtesten.
7. De heer Bijl is 36 jaar en heeft vijftien jaar geleden een ernstige allergische reactie op penicilline gehad. De penicilline huidtest bij de allergoloog was negatief. De huisarts overweegt weer penicilline voor te schrijven aan de heer Bijl. Wat is het aangewezen beleid?
a. Penicilline zonder restricties voorschrijven.
b. Eerste proefdosering in de huisartsenpraktijk.
c. Eerst proefdosering in het ziekenhuis.
8. Penicillinetoediening kan verschillende reacties geven, afhankelijk van de patiënt. In welke situatie is het niet meer veilig om penicilline (en andere bètalactamantibiotica) nog voor te schrijven?
a. Bij optreden van exantheem na toediening penicilline bij de ziekte van Pfeiffer.
b. Bij optreden van diarree na toediening penicilline bij pneumonie.
c. Bij optreden van maculopapuleus exantheem, vier dagen na start penicilline.
d. Bij optreden van oedeem in het gelaat na toediening penicilline.
De kennistoets is gemaakt door Henk Folkers, huisarts en toetsdeskundige. Over vragen en antwoorden wordt niet gecorrespondeerd.
Antwoorden
1b \ 2a \ 3a \ 4b \ 5b \ 6c \ 7c \ 8d
Literatuur
- ↲Van der Elst K, Middel A, Van Vonderen M, Kampschreur L, Vodegel R, et al. Onnodig vermijden eerstekeusantibiotica bij penicillineallergie. Huisarts Wet 2020;63:DOI:10.1007/s12445-019-0390-6.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.