Samenvatting
De kern
-
Pijn op de borst in de eerste lijn is meestal niet van cardiale origine.
-
Het inzetten van een ambulance bij pijn op de borst blijkt achteraf vaak onnodig.
-
De telefonische triage bij pijn op de borst kan efficiënter gemaakt worden door een aantal gevalideerde vragen toe te voegen.
-
Huisartsen moeten bij de klacht ‘pijn op de borst’ voldoende kennis hebben van acute geneeskunde en de ABCD-methode.
-
Er is behoefte aan een beslismodel voor de eerste lijn en aan nauwere samenwerking in de spoedzorgketen.
Telefonische triage op de HAP
De huisarts
Overbelasting van de ambulancecapaciteit
Onderscheid maken
Reacties (1)
De Marburg Heart Score (1) welke in het artikel van Zeilstra-Giesen vermeld wordt, (2) toont een belangrijk onderscheid tussen een score 1-2 en 3-4-5(resp. NVW 97,7%, uitsluitende kracht 6,25 en PVW 40%, aantonende kracht 4,6) bij de vijf onderzochte symptomen: inspanning gebonden pijn, geen drukpijn uit te lokken op de borst, patiënt denkt aan hart of is ongerust, voorgeschiedenis, leeftijd-geslacht). Navraag bij de auteur van het onderzoek (1) leert dat cardiale risicofactoren ‘had no sufficiently good discrimination.’ en werden niet opgenomen. Een beperking van de Marburg score is dat elk item evenveel punten kreeg: hetgeen vermoedelijk niet klopt met de realiteit.
Zelf kan ik akkoord gaan zowel met Zeilstra-Giesen - die oproepen om een beter gevalideerd beslismodel uit te werken met aanvullende vragen die ook bepaalde vegetatieve symptomen wil valideren zoals zweten, angst(zweet), syncope … -, als met Ben Crul waarbij zweten, misselijkheid, onrust (terug vegetatieve symptomen) ook belangrijke beslismomenten kunnen zijn tot verwijzing.
Er is inderdaad nood aan een beter ondersteunend model dat de huisarts en triagist helpt bij de klacht pijn op de borst; (2,3) In een nieuw op te zetten predictiemodel verdienen mogelijk vegetatieve aantoners en bepaalde uitsluitende factoren zoals hoest, stekende pijn meer aandacht.
Een andere vraag is of bij twijfelgevallen in de eerste lijn bij goed bereikbare labo’s een (éénmalige of te herhalen?) troponinebepaling af en toe kan helpen? bv als rapid rule out bij atypische klachten waardoor geen onnodige verwijzing zich opdringt, of als rapid rule in bij lage pretest probabiliteit maar met een zeer verdacht verhaal (bv jongere patiënt).
Jan Matthys, huisarts Gent, België. Vakgroep Huisartsgeneeskunde UG.
Ref.
1. Bösner S, Haasenritter J, Becker A et al. Ruling out coronary artery disease in primary care: development and validation of a simple prediction rule. CMAJ. 2010;182:1295-300. doi: 10.1503/cmaj.100212
2. Pijn op de borst: Huisarts of ambulance. Beschouwing, Huisarts Wet. 2017;60: 503-506.
3. Brueren MM. Het pluis/niet-pluisgevoel als diagnostische methode. Huisarts Wet 2017;60:91-3.
- Login om te reageren