De huisarts moet iedere patiënt die sinds enkele dagen een pijnlijk, gezwollen been heeft insturen voor nadere diagnostiek om een trombosebeen uit te sluiten. Dit is de conclusie van Utrechtse onderzoekers die 1325 patiënten onderzochten die bij de huisarts kwamen met een pijnlijk en gezwollen been. Zij noteerden van iedere patiënt anamnestische gegevens en bevindingen bij lichamelijk onderzoek. Ook kreeg iedere patiënt een echo van het been om een trombose uit te sluiten. Van deze 1325 patiënten, met een gemiddelde leeftijd van 61 jaar, was 88% vrouw en had uiteindelijk 29% een diepe veneuze trombose (DVT). Opvallend was de hogere prevalentie bij mannen in vergelijking met vrouwen (37% versus 25%). De onderzoekers vonden na een multivariate analyse 9 onafhankelijke voorspellende factoren voor het hebben van een DVT: het mannelijke geslacht, de duur van de symptomen, het hebben van een maligniteit, immobilisatie, trauma van het been, pijn bij lopen, oedeem van het been, de kuitomvang en gedilateerde venen. Echter, de sensitiviteit en specificiteit van de combinatie van deze mogelijke voorspellers waren (in een ROC-curve) samen te weinig bruikbaar om het vóórkomen van een trombosebeen te kunnen voorspellen. Het lijkt er dus op, dat huisartsen voortaan de anamnese en het lichamelijk onderzoek het vermoeden van een trombosebeen achterwege kunnen laten. Immers, op basis van deze gegevens kan een DVT niet aangetoond of uitgesloten worden. De huisarts kan er zelfs geen schifting mee maken wie wel of geen grote kans heeft. Totdat huisartsen zelf de beschikking krijgen over een betrouwbare D-dimeertest zit er niets anders op dan bij een pijnlijk gezwollen been de auto alvast maar voor te laten rijden voor een ritje richting ziekenhuis. (Marianne Brouwers)
Literatuur
- 1.Oudega R, et al. Limited value of patient history and physical examination in diagnosing deep vein thrombosis in primary care. Fam Practice 2005;22:86-91.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.