-
De richtlijn gaat er vanuit dat het perspectief en de wensen van de kwetsbare oudere (of diens mantelzorger) de basis zijn voor het maken van geneesmiddelenkeuzen, en dat de oudere hier actief bij betrokken moet zijn.
-
Het uitwisselen van de resultaten van een medicatiebeoordeling tussen alle betrokken zorgverleners (en het respecteren daarvan) is noodzakelijk.
-
De richtlijn bevat een praktische handreiking over de wijze waarop men een medicatiebeoordeling in de praktijk kan organiseren en uitvoeren.
-
De richtlijn maakt inzichtelijk welke investering in tijd en kosten noodzakelijk is voor een goede uitvoering.
De oudere centraal
Andere zorgverleners
In de praktijk
Tot slot
Literatuur
- 1.↲1Multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie bij ouderen. Utrecht: Nederlands Huisartsen Genootschap, 2012.
- 2.↲2Patterson SM, Hughes C, Kerse N, Cardwell CR, Bradley MC. Interventions to improve the appropriate use of polypharmacy for older people. Cochrane Database Syst Rev 2012, Issue 5. Art.No.: CD008165.
Reacties (1)
Collega Hobma vraagt aandacht voor de gevolgen die de richtlijn polyfarmacie bij ouderen1 moet hebben op organisatorisch niveau. Daarbij legt hij de focus op de samenwerking tussen huisartsen en de tweede en derde lijn en de manier waarop het perspectief en de wensen van de kwetsbare oudere leidend zijn in het beleid. Wij herkennen zijn wens volledig. Multimorbiditeit en de daarmee samenhangende factor ‘poly-medici’ vormen grote risicofactoren voor de kwetsbare oudere. De patiënt begeeft zich in verschillende settings (eerste/tweede lijn/diverse ziekenhuizen) ieder met hun eigen manier van werken. Niet elke dokter heeft de benodigde kennis om het medicatiebeleid optimaal te laten zijn. En al zou de kennis er zijn, de farmacotherapeutische overwegingen van de overige behandelaars zijn onmogelijk te achterhalen omdat ze zelden worden gedocumenteerd.
Het Nivel rapporteert recent2: ‘bij de knelpunten die de uitvoering van de richtlijnen belemmeren gaat het bijvoorbeeld om gebrekkige informatietechnologie, waardoor informatie niet eenvoudig elektronisch kan worden uitgewisseld tussen de verschillende zorgverleners. Dit is bijvoorbeeld het geval als er met een medicijn moet worden gestopt. Daarnaast is de samenwerking en communicatie tussen de diverse zorgverleners niet altijd optimaal’.
In Nijmegen is deze zorg aanleiding geweest tot oprichting van het Nijmeegse Expertisecentrum voor Complexe Farmacotherapie (NECF). Dit centrum verbindt artsen en apothekers van de drie regionale ziekenhuizen (UMC St Radboud, CWZ, St Maartenskliniek) en de regionale huisartsen en apothekers met als doel complexe farmacotherapie te optimaliseren. Het NECF doet dit onder andere door laagdrempelige consultatie te faciliteren zonder hinder van muren tussen instellingen onderling en richting eerste lijn. Wij werken daarbij aan een digitale consultatiemogelijkheid waarbij zowel patiënt als eerste en tweedelijns medici en apothekers elkaar op de hoogte kunnen brengen en houden van hun overwegingen en elkaar eenvoudig kunnen raadplegen over staken of toevoegen van medicatie.
De risico factor ‘poly-medici’ houden we er in. Het begrip ‘farmacotherapeutische overwegingen’ zouden wij ook graag aan de woordenlijst toevoegen.
Bart van den Bemt, ziekenhuisapotheker
Sint Maartenskliniek, Reumacentrum
Postbus 9011, 6500 GM NIJMEGEN
Kees Kramers, internist, klinisch farmacoloog
UMC St Radboud, Farmacologie
Postbus 9101, 6500 HB NIJMEGEN
Jacqueline Bos, ziekenhuisapotheker
Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, Klinische Farmacie
Postbus 9015, 6500GS Nijmegen
Stephanie Natsch, ziekenhuisapotheker, klinisch farmacoloog
UMC St Radboud, afdeling Apotheek
Huispost 864
Postbus 9101, 6500 HB NIJMEGEN
Nynke Scherpbier , huisarts
UMC St Radboud, Eerstelijnsgeneeskunde
Postbus 9101, 6500 HB NIJMEGEN
1.Multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie bij ouderen. Utrecht: Nederlands
Huisartsen Genootschap, 2012.
2. Polyfarmacie bij kwetsbare ouderen : Inventarisatie van risico's en mogelijke interventiestrategieën
Lemmens LC, Weda M
RIVM Rapport , 2013
- Login om te reageren