Prediabetes normaliseert vaak weer

Bij de onderzoeken met vijf jaar follow-up ontwikkelde 26% (95%-BI 19 tot 33) van de mensen met een gestoord nuchtere glucose (nuchter ≥ 6,1 en < 7,0) T2DM; dat gold ook voor 39% (95%-BI 25 tot 53) van de mensen met een gestoorde glucosetolerantie (niet nuchter ≥ 7,8 en < 11,1) en 50% (95%-BI 37 tot 63) van de mensen met een combinatie van die twee. Van deze totale groep had echter 34% (95%-BI 27 tot 42) na 5 jaar een normale bloedwaarde. Bij de onderzoeken met 10 jaar follow-up ontwikkelde 29% (95%-BI 17 tot 43) van de mensen met een gestoord nuchtere glucose T2DM; 26% (95%-BI 17 tot 37) van de mensen met een gestoorde glucosetolerantie en 30% (95%-BI 17 tot 44) van de mensen met een combinatie van die twee. Van deze totale groep had echter 42% (95%-BI 22 tot 63) na 10 jaar weer een normale bloedwaarde. Let op: de onderzoeken bij 5 en 10 jaar follow-up zijn verschillende onderzoeken met een verschillend aantal deelnemers en daarom zijn de percentages en betrouwbaarheidsintervallen niet goed met elkaar te vergelijken. Over het algemeen was er per onderzoek wel een toename in ontwikkeling van T2DM over de tijd.

Prediabetes mag dus wel zo worden genoemd, maar bij bijna de helft van de mensen leidt het niet per definitie tot de ontwikkeling van T2DM, zoals ook de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 vermeldt. Alhoewel mensen met prediabetes een verhoogd risico hebben op hart- en vaatziekten moeten we volgens de auteurs terughoudend zijn om interventies in te zetten in deze groep, omdat de effecten daarvan niet zijn aangetoond en de helft geen diabetes lijkt te ontwikkelen.