Spanningshoofdpijn is de meest voorkomende vorm van hoofdpijn bij volwassenen met een gerapporteerde jaarprevalentie van 30 tot 40%. Om de vervelende pijn in chronische gevallen te voorkomen wordt een groot scala aan medicatie gebruikt en voorgeschreven in de dagelijkse praktijk: antidepressiva, spierontspanners, maar ook benzodiazepines en vasodilatantia. Een Rotterdamse onderzoeksgroep besloot een systematische review te doen naar het effect van deze medicijnen op spanningshoofdpijn. In een mooi overzicht van 44 trials met meer dan 3000 patiënten presenteren zij de belangrijkste bevindingen. In maar liefst 31 van de 44 onderzoeken werden antidepressiva vergeleken met andere medicatie of placebo. En wat blijkt? Antidepressiva hebben vergeleken met placebo over het algemeen geen effect op de (frequentie van) spanningshoofdpijn. Ook bij de vergelijking van amitriptyline met verschillende andere antidepressiva (TCA en SSRI) vond men geen verschil in hoofdpijn of in gebruik van pijnstillers. Maar ook in onderzoeken met spierontspanners kon men geen effect aantonen op de relevante hoofdpijnuitkomstmaten vergeleken met placebo. Voor benzodiazepines en vaatverwijdende middelen (waaronder propanolol) vond men conflicterend bewijs, sommige onderzoeken toonden wel een verbetering, anderen juist niet. De auteurs concluderen terecht dat veel onderzoeken slechts weinig deelnemers bevatten. Op basis van deze gegevens kan helaas geen aanbeveling worden gedaan om medicatie ter preventie van spanningshoofdpijn voor te schrijven, echter het gebruik dient ook niet meteen te worden ontmoedigd. Men vond slechts vier onderzoeken die medicatie vergeleken met non-farmacologische interventies (zoals cognitieve gedragstherapie en stressmanagement) en het is evident dat het effect van deze interventies daarmee nog onvoldoende is bestudeerd. Adequate therapie om spanningshoofdpijn te voorkomen zorgt voorlopig dus nog voor hoofdbrekens, zowel in de wetenschap als in de spreekkamer. (Jochen Cals)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.