Prostaatlijden

Een Europees onderzoek, waarbij bijna 35.000 mannen uit de regio Rotterdam waren betrokken, geeft antwoord op de vraag of prostaatkankerscreening in de algemene bevolking kan leiden tot sterftereductie. Er werd een significant (relatief) sterfteverschil van 20% bereikt, met dien verstande dat om één sterfgeval van prostaatkanker te voorkomen 1410 mannen in de leeftijd van 55 tot 69 jaar moesten worden gescreend, bij wie (ten opzichte van de controlegroep) in 48 extra gevallen prostaatkanker werd vastgesteld en behandeld. Het NHG vindt dat de uitkomsten van dit onderzoek geen aanleiding zijn om prostaatkankerscreening op dit moment in te voeren.1 Huisartsen die zich willen nascholen op het gebied van bemoeilijkte mictie bij mannen, prostaatscreening en diagnostiek van prostaatkanker kunnen kiezen uit individueel nascholingsmateriaal (PIN) en Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen. Om de voorlichting over bemoeilijkte mictie te oefenen kan men een rollenspel doen, er is een vaardigheidstraining catheteriseren en een interessante module over de berekening van kansen op prostaatkanker bij een afwijkend Rectaal Toucher (RT) of een PSA-bepaling bij toetsgroepen.2 Als patiënten vragen hebben over het al dan niet bepalen van het PSA kunnen zij meer informatie vinden op www.kiesbeter.nl. Daar wordt uitgelegd wat de voor- en nadelen zijn van de PSA-meting, welke gevolgen een positieve en negatieve test heeft en wat te doen als er inderdaad prostaatkanker wordt vastgesteld.