Design In vijf jaar (2005-2009) schreven 113 huisartsen 253.347 voorschriften elektronisch voor aan 50.823 volwassen patiënten. Elk voorschrift werd gekarakteriseerd als on label of off label. Door multivariate logistische regressie is gecorrigeerd voor confounding.
Resultaten De prevalentie van off label voorschrijven was 11,0%. Bij 79% van de off label voorschriften ontbrak sterk wetenschappelijk bewijs in de vorm van minimaal 1 gepubliceerde RCT. Vooral anti-epileptica, antipsychotica en antidepressiva werden off label voorgeschreven, gevolgd door antibiotica. Op geneesmiddelniveau werden kininesulfaat, gabapentine, clonazepam , amitriptyline en betahistine (alle > 90 % van de voorschriften) het meest off label voorgeschreven. Antidiabetica, cholesterolverlagers en migrainemiddelen werden niet off label voorgeschreven. Nachtelijke beenkrampen en duizeligheidsklachten werden in alle gevallen off label behandeld (met kininesulfaat en betahistine), neuropatische pijn in 99,5% (gabapentine en amitriptyline). Ook fibromyalgie (67,0%), aritmie (60,2%), gegeneraliseerde angststoornis (46,5%) en insomnia (43,6%) werden relatief vaak off label behandeld. Geneesmiddelen met 3 of 4 geregistreerde indicaties werden minder vaak off label voorgeschreven dan geneesmiddelen met 1 of 2 geregistreerde indicaties (6,7% versus 15,7%; gecorrigeerde oddsratio (OR) 0,44; 95%-BI 0,41-0,48). Na 1995 geregistreerde geneesmiddelen werden minder vaak off label voorgeschreven dan voor 1981 geregistreerde geneesmiddelen (8,0% versus 17,0%; gecorrigeerde OR 0,46; 95%-BI 0,42-0,50). Er werd minder off label voorgeschreven aan patiënten met multimorbiditeit dan aan patiënten zonder comorbiditeit (9,6% versus 11,7%; gecorrigeerde OR 0,94; 95%-BI 0,91-0,97) en meer aan vrouwen dan aan mannen (11,8% versus 9,7%; gecorrigeerde OR 1,06; 95%-BI 1,03-1,09). Huisartsen die voornamelijk evidence-based voorschrijven, schreven minder off label voor (gecorrigeerde OR 0,93; 95%-BI 0,88-0,99). Leeftijd van de patiënt, geslacht en jaar van afstuderen van de huisarts waren niet geassocieerd met off label voorschrijven. Aan patiënten gekoppelde risicofactoren hadden meer invloed op de kans op off label voorschrijven dan aan huisartsen gekoppelde risicofactoren.
Beschouwing Er wordt regelmatig off label voorgeschreven. Dit varieert per geneesmiddel (vooral ≤2 indicaties), per patiënt (vooral bij patiënten zonder multimorbiditeit, en meer bij vrouwen dan bij mannen) en in mindere mate per huisarts (vooral als zij niet-evidence-based voorschrijven). Door bij elektronisch voorschrijven de reden van voorschrijven te registreren, krijgt men meer inzicht in de risico’s van off label voorschrijven.