In totaal vulden 313 huisartsen een online enquête in over het risico dat zij bereid zijn te nemen bij het vaststellen of uitsluiten van een ACS en over het gebruik van beslissingsondersteunende hulpmiddelen.
De gemiddelde leeftijd van de huisartsen was 50 jaar, 53% was vrouw en 6,4% was kaderarts hart- en vaatziekten of spoedzorg. De helft van de huisartsen schatte in dat ze in minder dan 2,5% van de gevallen de diagnose ACS missen. Van de huisartsen vindt 75% het geen probleem om 50 patiënten met atypische pijn op de borst achteraf ten onterechte te verwijzen om één patiënt met ACS niet te missen. Meer dan 85% van de huisartsen zou klinische beslissingsondersteunende systemen bij het aantonen of uitsluiten van ACS zeker gebruiken als ze meer zekerheid gaven dan hun klinisch oordeel alleen.
In de NHG-Standaard Acuut Coronair Syndroom staat het zo: ‘noch voor de eerste, noch voor de tweede lijn bestaat er een goede beslisregel om een acuut myocardinfarct aan te tonen dan wel uit te sluiten’. Hoe vervelend en jammer ook: we moeten het dus doen met anamnese, lichamelijk onderzoek en onzekere, aanvullende diagnostische mogelijkheden (ECG, lab). En we moeten er ook mee leren omgaan dat we allemaal ooit een ACS zullen missen, soms met dramatische afloop. Hoe we dat communiceren met onze patiënten, dat is onze echte uitdaging.
Lees meer over het onderzoek: The conundrum of acute chest pain in general practice: a nationwide survey in The Netherlands.
Literatuur
- Harskamp R, et al. The conundrum of acute chest pain in general practice: a nationwide survey in The Netherlands. BJGP Open 2018;28;2. DOI: 10.3399/bjgpopen18X101619.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.