Volgens evidence-based medicine bieden RCT's en de daarvan afgeleide meta-analyses het sterkste bewijsmateriaal voor het nemen van gefundeerde beslissingen. In de psychiatrie echter heeft de voorkeur voor evidence uit RCT's en het verwerken daarvan in protocollen belangrijke nadelen. Zo wordt de positie van farmacotherapie erdoor versterkt. Immers, medicatie kan veel beter in het model van de trial onderzocht worden dan psychologische en sociale interventies. Daarbij komt dat factoren als overtuigingen, motivatie en zelfvertrouwen, die zeker bij psychiatrische aandoeningen een grote rol spelen, veel moeilijker meetbaar zijn. Bovendien krijgen farmacotherapeutische successen door de intensieve reclame van de industrie veel meer aandacht van artsen en patiënten. Slade en Priebe stellen dat het een illusie is te denken dat verdere verfijning en vergroting van RCT's uiteindelijk zal resulteren in een evenwichtige en complete bron van bewijsmateriaal; onderzoek binnen de psychiatrie moet niet alleen gebruikmaken van natuurwetenschappelijke methoden, maar ook van methoden uit de sociale wetenschappen. De hier vanuit de psychiatrie gemaakte kanttekeningen gelden mutatis mutandis voor de huisartsgeneeskunde.(PL)
Literatuur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
