Een verhoogde activiteit van de schildklier is op den duur gecorreleerd aan een verhoogd risico op het optreden van nierfunctieverlies. Omgekeerd hebben patiënten met een traag werkende schildklier een lagere kans op achteruitgang van hun nierfunctie. Een verhoogd TSH lijkt te beschermen tegen achteruitgang van de nierfunctie.
Het verband tussen schildklierwerking en nierfunctie was al langer bekend op basis van cross-sectioneel onderzoek. Dan is het moeilijk om een oorzaak-gevolgrelatie aan te tonen. Daarom werd in dit onderzoek zowel cross-sectioneel als prospectief gekeken. Gedurende acht jaar werden 5000 deelnemers van 45 jaar en ouder vervolgd. Deelnemers met een lage TSH-spiegel hadden bij baseline een relatief hogere eGFR en deelnemers met een hoge TSH hadden een relatief lagere eGFR. In tegenstelling tot deze bevindingen hadden deelnemers met TSH-spiegels van > 4,0 IU/L na acht jaar follow-up 15% minder kans op chronische nierschade dan patiënten met een normale schildklierfunctie. Naarmate het TSH hoger was, ging de nierfunctie minder hard achteruit. Deze relatie bleef bestaan, ook na correctie voor relevante risicofactoren, zoals leeftijd en geslacht, en cardiovasculaire risicofactoren. De tegenstelling tussen cross-sectionele en longitunale bevindingen doen een complex ontstaansmechanisme vermoeden.
De bevinding dat patiënten met een (subklinische) hypothyreoïdie op de langere duur een minder snelle achteruitgang van de nierfunctie hebben naarmate hun TSH hoger is, lijkt een belangwekkende bevinding. De NHG-Standaard Schildklieraandoeningen maakt geen gewag van de relatie schildklieraandoeningen en chronische nierziekte. Mogelijk dat deze nieuwe bevindingen ertoe zullen leiden dat de indicatie voor de medische behandeling van patiënten met een (subklinische) hypothyreoïdie in de toekomst nog kritischer en met inachtneming van de nierfunctie gesteld zal worden.
Chalker L, et al. The association of thyroid function and the risk of kidney function decline: a population-based cohort study. Eur J Endocrinol. 2016;175:653-60.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.