Scoliose is een zijwaartse vervorming van de wervelkolom in combinatie met een torsie en lordose van de wervelkolom. Door deze kromming in de wervelkolom kunnen diverse, uiteenlopende klachten ontstaan: rugpijn, ademhalingsklachten, maar vooral klachten van een scheefstand van de rug en/of schouders. Men onderscheidt een S-vormige scoliose met twee krommingen en een C-vormige scoliose met één kromming.
In Nederland hebben circa 60.000 mensen de diagnose scoliose. Per jaar komen er gemiddeld 1000 nieuwe patiënten bij. Dit zijn vooral meisjes in de leeftijd van 12-18 jaar, maar ook bij ouderen is de laatste jaren een flinke toename te zien. Scoliose komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen.
De oorzaak is voor het overgrote deel (80-85%) onbekend. Soms is een scoliose aangeboren. In andere gevallen zijn er aanwijsbare oorzaken, zoals neuromusculair degeneratieve afwijkingen, een dwarslaesie, bestralingen of ouderdom. Ook lijkt er vaak sprake te zijn van een erfelijke component.
Er wordt pas gesproken over een scoliose als de kromming meer dan 10° bedraagt. Deze maat voor de ernst van een scoliose wordt gemeten volgens de meetmethode van Cobb aan de hand van een voorachterwaartse röntgenfoto van de wervelkolom. De hoek tussen de meest craniaal gekantelde wervel en de meest caudaal gekantelde wervel wordt uitgedrukt in graden ten opzichte van een loodlijn die vanuit het hoofd naar de grond loopt.
We onderscheiden niet-structurele versus structurele scoliose. Bij niet-structurele scoliose (houdingsscoliose) is er geen daadwerkelijke scoliose, maar is er sprake van een compensatie in de rug voor een ander probleem aan het bewegingsapparaat. Denk aan een beenlengteverschil of een leptosome bouw. Door de buiten de wervelkolom gelegen oorzaak te corrigeren wordt de niet-structurele scoliose opgeheven.
Het ontstaan van een scoliose is niet gebonden aan een bepaalde leeftijd. Indeling vindt echter wel plaats naar de leeftijdsfase waarin de scoliose zichtbaar wordt. De grootste toename van idiopatische scoliose ligt rond de groeispurt in de pubertijd, de zogenaamde adolescentenscoliose.