Met stijgende verbazing lazen wij de aflevering van Huisartsenzorg in cijfers ‘Voorgeschiedenis van een heupfractuur’.1 Wat is de relevantie van de grafiek waaruit het verband blijkt tussen een ICPC-hoofdstuk van de klachten waarmee een patiënt zijn huisarts bezoekt en het daarna krijgen van een heupfractuur? Dat er bij het hoofdstuk aandoeningen van de luchtwegen géén en bij het hoofdstuk aandoeningen van het bewegingsapparaat wél een verband bestaat vinden we niet echt verrassend. Daarna volgt een nadere analyse van het ICPC-hoofdstuk bewegingsapparaat. Osteoporose is uit de literatuur bekend als een risicofactor voor een fractuur;2 verbazend is dan ook dat in deze analyse osteoporose niet als risicofactor wordt bevestigd; ook wanneer er naar het gebruik van bifosfonaten werd gekeken, was er geen verband met een heupfractuur. Bezinning lijkt hier op zijn plaats: hoe kan dat? Zijn alle heupfracturen wel in het HIS terechtgekomen of ICPC-gecodeerd? Werken bifosfonaten zo goed dat er nauwelijks meer fracturen ontstaan? Wat ons nog sterker verbaast is dat de auteurs zich in de conclusie afvragen of ‘bij de huisartsen sprake is van onderregistratie of van onderdiagnostiek’ wat betreft osteoporose, gezien de RIVM-gegevens dat 6% van de oudere mannen en 22% (!) van de oudere vrouwen osteoporose zou hebben. Dit wekt de suggestie dat huisartsen actief moeten screenen op osteoporose, terwijl de NHG-Standaard Osteoporose hierover op goede gronden stelt dat systematisch screenen op osteoporose geen meerwaarde heeft boven case finding. 3 Ergo: waarom zou de huisarts dit van al zijn oudere patiënten moeten vastleggen? Voordat de huisarts een manco wordt voorgehouden stellen we voor nog eens goed naar de vraagstelling, opzet en interpretatie van dit onderzoek te kijken. Janneke Belo en Frits Bareman
Antwoord
Het doel van het onderzoek was na te gaan in hoeverre het optreden van een heupfractuur te voorspellen is op basis van gegevens uit het Huisarts Informatie Systeem. Dit blijkt inderdaad niet te kunnen. We onderzochten niet of huisartsen screenen op osteoporose. Dat wij het verband tussen osteoporose en heupfractuur niet terugvinden in de EPD’s van 80 representatieve huisartsenpraktijken, wil niet zeggen dat het niet bestaat. Onze analyses zijn gebaseerd op ICPC-gecodeerde E-regels, prescripties en verwijzingen en het is denkbaar dat informatie over het voorkomen van osteoporose niet op die manier is geregistreerd. Een mogelijke reden daarvoor is dat de diagnose in een andere zorginstelling is gesteld en dat deze informatie als ‘vrije tekst’ in het dossier van de huisarts is opgenomen. De vraag is of dit wenselijk is. Op deze manier blijft informatie over het voorkomen van osteoporose niet goed vindbaar in het dossier. Dat is niet alleen van belang voor onderzoek, maar ook in situaties waarin dossiers tussen zorgverleners worden uitgewisseld, bijvoorbeeld tijdens ANW-diensten. Immers, osteoporose hoort ook op de probleemlijst te staan. Daarnaast herinnert het de huisarts op deze manier er zelf aan om de noodzaak van medicamenteuze interventie af te wegen. Stefan Visscher en Joris IJzermans
Literatuur
- 1.↲ Visscher S, IJzermans J. Voorgeschiedenis van een heupfractuur. Huisarts Wet 2009;52:217.
- 2.De Laet et al. Bone density and risk of hip fracture in men and women: cross sectional analysis. BMJ 1997;315:221-5.
- 3.↲Elders PJM et al. NHG-Standaard Osteoporose. Eerste herziening. Huisarts Wet 2005;48:559-570.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.