Randomised controlled trials (RCT’s) die inzicht geven in het effect van enige behandeling bij COPD zijn de huisarts behulpzaam bij het afwegen van de voor- en nadelen van zo’n behandeling. De kwaliteit van de beschikbare RCT’s over de behandeling van COPD is grotendeels onbekend. Onderzoekers verzamelden 344 trials over de behandeling van COPD uit de periode 1957 tot 2007. Ze beoordeelden de randomisatieprocedure en het uitvoeren van intention-to-treat analyse en relateerden de kwaliteit van de trial aan het soort tijdschrift en publicatiejaar. Van de onderzoeken betrof driekwart een farmacologische, en een kwart een niet-farmacologische interventie. Men vond adequate randomisatie bij ruim een kwart, blindering bij ruim 10%, en een intention-to-treat analyse bij ruim 20% van alle onderzoeken. Niet-farmacologische interventieonderzoeken hadden een hogere kwaliteit dan farmacologische, en ook was er een hogere kwaliteit bij publicatie in algemene tijdschriften versus specialistische, en in tijdschriften met een impactfactor ≥ 5 versus < 5. Tot slot bleek de kwaliteit van trials van na 2000 hoger dan van die ervóór. Overschatting van het behandeleffect kan optreden bij het ontbreken van een heldere randomisatieprocedure en een intention-to-treat analyse, hetgeen bij het merendeel van de onderzoeken het geval was. Publicatie in een tijdschrift met hoge impactfactor is geen garantie voor kwaliteit. Ondanks het CONSORT-statement (Consolidated Standards of Reporting Trials), uit 2000, is de kwaliteit van veel COPD-trials ook na die tijd niet hoog genoeg. Dat maakt de ‘evidence base’ van richtlijnen over de behandeling van COPD niet zo breed als gewenst. (Ben Ponsioen)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.