Vanaf mijn 22ste ben ik 5 (zegge vijf) jaar in psychoanalyse geweest. Nog echt ouderwets zoals Freud het ver voor de oorlog al bedoelde: vijf dagen per week een uur op de divan! De bedoeling was dat ik zo min mogelijk gecensureerd en gecontroleerd zei wat er in mij omging of opkwam. Daar was ik nu niet bepaald goed in, mede reden waarom ik in analyse wilde. Ik heb altijd lekker kunnen lullen, maar dat was minstens even vaak om iets niet te zeggen dan om iets mee te delen. Menigeen trapte daarin. De beroemde psychiater die de intakegesprekken voor de analyse met mij voerde, achtte mij geschikt voor een analyse. En – wilde hij nog wel even kwijt – hij had nog nooit eerder iemand zo grappig en aanstekelijk horen praten over zoveel ellende. Pas weken later drong het tot mij door dat de trots daarover die mij vervulde volledig misplaatst was…
Mijn medische geschiedenis van het laatste jaar lijkt erg op die laatste droom. Tien maanden geleden stootte ik mijn onderbeen. Rood plekje, niets aan de hand. Na twee maanden werd het rode plekje zwart en ging het ondragelijk zeer doen. Heb ik vaker gehad; openmaken met honingzalf en tijdens de vakantie badend in de Middellandse Zee is het zo verdwenen. Maar in plaats daarvan veroorzaakte de zee een forse wondroos en een grote open wond. Moet kunnen; met aquacel-zilver hebben we dergelijke gaten eerder gedicht. Maar het gat groeide. De huisarts verwees naar een plastisch chirurg, maar die vond de wond niet geschikt voor een operatie. Enkele weken schoonmaken met Eusol (= wc-eend) leek hem geschikter en de wond groeide gestaag. Nog eens wat extra weken wc-eend leken geëigend en de wond groeide en groeide. Toen (eindelijk!) staakte de mantelzorg: ‘Ik vind het te vies voor woorden en moet jou twee keer per dag kwellen om dat gat alleen maar groter te zien worden. Ik doe niet meer mee!’ Ik naar de poli. De snijder schrok zichtbaar van de wond die van 6 bij 8 cm tot 6 bij 16 cm was uitgegroeid… Nu kon er ineens wel geopereerd worden! Toen het verband er de eerste keer afging, riepen de vier chirurgen aan mijn voeteneind in koor: ‘Wat prachtig!’, zodat ik verrukt overeind vloog om het resultaat met eigen ogen te zien. Walgend keek ik in 7 bij 20 cm lillend vlees en andere organische stoffen, zodat de bedenkelijk ogende soep van de avond tevoren er alsnog uit dreigde te komen. Maar ja, de specialist had tenslotte geen resultaat beloofd. Vlak voor de operatie zei ik tegen hem: ‘Doe je best, hè.’ Dát mocht ik wel van hem vragen; garantie op een goed resultaat niet, want met mijn onderliggende morbiditeit was het sowieso de vraag of de operatie wel zou lukken. ‘Trouwens’, voegde hij er luchtig aan toe, ‘het is ook maar de vraag of een stomp bij u gemakkelijk dichtgroeit…!’ Ik wens u van harte smakelijk eten! Of deze nachtmerrie ook een happy end in veilig wakker worden krijgt? De dames van de thuiszorg bezweren van wel. Die zeggen dat ze, mits ik voldoende geduld heb, de oorlogsbodem op den duur wel dichtkrijgen. Maar of ze die kans krijgen? De vandaag geconsulteerde specialist wil opnieuw gaan snijden… Hans van der Voort, hvdvoort@knmg.nl
Reacties
Er zijn nog geen reacties.