Zonder ondersteuning is na een jaar minder dan 3% van alle stoppogingen succesvol. Met behulp van verschillende behandelingen kan dat wel 20% worden. Daarom is het belangrijk dat huisartsen naar rookgedrag vragen, een passend advies geven en een bewezen effectief behandelingsaanbod doen.
Adviseer elke roker actief te stoppen: de gemotiveerde patiënt, de overweger en de ongemotiveerde patiënt. Bied de gemotiveerde patiënt een intensief ondersteunende interventie. Bied de overweger een korte motivatieverhogende interventie om de barrières te bespreken en een stoppoging te plannen. Vraag de ongemotiveerde patiënt om toestemming in een volgend consult op dit punt terug komen.
Er zijn verschillende gedragsmatige en farmacotherapeutische methodes die de succeskans van een stoppoging kunnen verhogen. Een kort advies van de huisarts alleen al zorgt voor een verdubbeling van de kans van slagen (6%). Intensieve gedragsmatige begeleiding, individueel of in groepsverband, heeft een nog groter effect (10% stopkans). Effectieve farmacotherapie bestaat uit nicotinevervangende middelen en de antidepressiva nortriptyline en bupropion (17% stopkans). Adviseer nortriptyline gedurende zeven tot twaalf weken met een geplande stopdag in week 2. Voor bupropion geldt hetzelfde advies met een behandelingsduur tot 9 weken. Een nieuw effectief middel is varenicline dat als partiële acetylcholineagonist de ontwenning en zucht naar sigaretten vermindert (20% stopkans). De behandelingsperiode is tien tot twaalf weken, eveneens met een stopdag in de tweede week.
Het rookgedrag wordt voornamelijk bepaald door het op peil houden van de verslavende nicotineconcentratie vanwege de prettige bijeffecten. Bij het stoppen ontstaan er hinderlijke ontwenningsverschijnselen zoals: prikkelbaarheid, rusteloosheid, concentratieverlies, slapeloosheid, hoofdpijn, toegenomen eetlust, gewichtstoename en het snakken naar sigaretten. Deze symptomen ontstaan gemiddeld twee tot twaalf uur na het roken van de laatste sigaret, met een piek na één tot drie dagen, en duren gemiddeld drie tot vier weken. De psychische afhankelijkheid (drang om te roken) houdt echter veel langer aan en is moeilijk te doorbreken. Adequate begeleiding van terugvalpreventie in de follow-up is daarom van groot belang. Stel dan aan de orde: hoe om te gaan met moeilijke momenten; angst te falen, dalende motivatie, gebrek aan sociale steun en gewichtstoename. Zie terugval als een leermoment.