Doelgroep Het boek is bedoeld voor iedereen die ‘bewust wil werken aan z’n eigen gezondheid en die van z’n gezinsleden’. Het is tevens voor voedingskundigen die ‘meer uit hun vak willen halen dan zij ooit voor mogelijk hebben gehouden’ en voor artsen die hun patiënten ‘duurzaam willen genezen’. Inhoud In het eerste deel Ziektes en degeneratie door tekorten in moderne voeding, de theorie staat de auteur uitvoerig stil bij de chronisch degeneratieve invloed van een onvolwaardig voedingspatroon. Gebreksziekten door het ontbreken van vitale stoffen zijn het gevolg. Als voorbeelden noemt ze onder meer gebitsproblemen, stoornissen in het maag-darmstelsel, overgevoelige slijmvliezen en hoofdpijn. Het denatureren van voedsel in de zin van bewerking van granen, suikers en vetten maar ook het gebruik van de magnetron resulteert in beschadiging van het voedsel. In het deel Mijn praktijk voor voedingstherapie gaat de auteur uitgebreid in op persoonlijke ervaringen. Aan de hand van patiënten maakt ze duidelijk dat het diëtistische consult veel uitvoeriger dient te geschieden dan momenteel het geval is, met name om een veel gerichter voedingstherapie te kunnen instellen. Zo verdwenen pijnlijke benen en onderhuidse knobbeltjes bij kinderen na het verbeteren van het voedingspatroon. Verder bespreekt ze ADHD, multipele sclerose, autisme en crimineel gedrag in relatie tot een gedenatureerd, onvolwaardig voedingspatroon. Het laatste deel Praktische voedingsadviezen laat zien hoe de dagelijkse voeding er zou moeten uitzien om aan voeding gerelateerde ziekten te voorkomen dan wel te genezen. De auteur baseert de aanbevelingen voornamelijk op persoonlijke ervaringen. Voorbeelden van de onderwerpen die in dit hoofdstuk worden besproken zijn: achtergronden bij de gebruikelijke voedingsmiddelen, dagschema’s, voeding bij ouderen en kinderen, voedingssupplementen. Oordeel De inhoud van dit boek leidt af van de inmiddels verkregen inzichten in de uitermate complexe materie van de preventieve en curatieve voedingsleer. De belangrijkste reden is dat objectief wetenschappelijke passages worden vervlochten met sterk subjectieve ervaringen, gelardeerd met uiteenlopende patiëntencasus. Hierdoor wordt een ogenschijnlijk vernieuwend beeld van de mogelijkheden van de voedingsleer neergezet terwijl veel veronderstellingen reeds lang geleden wegens onvoldoende onderbouwing zijn weerlegd. Dit vertroebelend beeld maakt het boek ongeschikt voor de aangegeven doelgroepen. Jaap van Binsbergen
Waardering:*
* zeer matig ** matig *** redelijk **** goed ***** zeer goed
Reacties
Er zijn nog geen reacties.