Bij valpreventie worden valrisicoverhogende factoren aangepakt. Er zijn twee strategieën: de gepersonaliseerde aanpak, waarbij alleen zaken worden behandeld die naar voren komen uit een individuele probleemanalyse en de gegeneraliseerde aanpak, waarbij iedereen dezelfde preventieve behandeling krijgt (die bestaat uit meerdere componenten). De onderzoekers keken bij thuiswonende ouderen naar het effect van deze verschillende methodes.1
Resultaten
De auteurs includeerden 62 gerandomiseerde onderzoeken met in totaal 19.930 oudere patiënten. De leeftijd van de deelnemers varieerde van 62 tot 85 jaar en in de meeste onderzoeken deden meer vrouwen dan mannen mee. De primaire uitkomstmaten waren het risico op één of meer keer vallen en het aantal vallen per persoonsjaar. In 44 onderzoeken werden gepersonaliseerde interventies onderzocht. De meest toegepaste onderdelen in de gepersonaliseerde benadering waren lichamelijke oefeningen, aanpassingen in huis, medicatieopschoning en psychologische behandelingen. Bij deze vorm van valpreventie bleek het aantal vallen per jaar statistisch significant af te nemen (relatief risico (RR) 0,77; 95%-BI 0,67 tot 0,87; 19 onderzoeken met 5853 deelnemers). Het risico op één of meer keer vallen gedurende de follow-up verschilde echter niet statistisch significant (RR 0,96; 95%-BI 0,90 tot 1,03; 29 onderzoeken met 9637 deelnemers). In 18 onderzoeken kregen patiënten een gegeneraliseerde behandeling aangeboden. Daarbij kregen zij in vrijwel alle onderzoeken lichamelijke oefeningen, gecombineerd met bijvoorbeeld een evaluatie van de thuisomgeving of educatie. Ook door deze valpreventiestrategie bleek het aantal vallen per jaar af te nemen (RR 0,74; 95%-BI 0,60 tot 0,91; 6 onderzoeken met 1085 deelnemers). Daarnaast was de kans om één of meer keer te vallen gedurende de onderzoeksperiode ook statistisch significant lager (RR 0,82; 95%-BI 0,74 tot 0,90; 11 onderzoeken met 1980 deelnemers).
De auteurs beoordeelden de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs als laag voor de gepersonaliseerde behandeling en matig voor de gegeneraliseerde behandeling. Doordat de inhoud van de interventies sterk verschilde was het niet mogelijk om te bepalen door welke componenten vallen het meest afnam. Door heterogeniteit in de manier waarop uitkomstmaten werden gemeten, konden veel resultaten ook niet worden samengevoegd.
Bespreking en conclusies
De Nederlandse richtlijnen adviseren om een valrisicobeoordeling te doen bij presentatie met een acute val of anamnestisch meer dan twee vallen in het afgelopen jaar.23 Bij een verhoogd valrisico raden zij een gepersonaliseerde valpreventiebehandeling aan. De resultaten van deze cochranereview bevestigen dat vallen waarschijnlijk afneemt door valpreventie. De gepersonaliseerde aanpak, gericht op de individuele risicofactoren, bleek echter niet effectiever dan de gegeneraliseerde behandeling met een one-size-fits-all benadering. Dit is een interessante bevinding, omdat de gegeneraliseerde benadering minder arbeidsintensief is en dus makkelijker toepasbaar in de eerste lijn. De volgende vraag is dan natuurlijk uit welke onderdelen de gegeneraliseerde behandeling moet bestaan. Stimuleren van beweging was onderdeel van bijna elke valpreventiebehandeling, andere componenten zoals medicatiebeoordeling waren maar in enkele onderzoeken aan de orde. Helaas was er te veel heterogeniteit in de andere onderdelen om te kunnen beoordelen welke combinatie het best werkt. Vooralsnog is er dus geen eenduidige conclusie over de beste vorm van valpreventie. De conclusie is wel dat valpreventie, met in elk geval een beweegcomponent, vallen bij thuiswonende ouderen vermindert.
Literatuur
- 1.↲Hopewell S, Adedire O, Copsey BJ, Boniface GJ, Sherrington C, Clemson L, et al. Multifactorial and multiple component interventions for preventing falls in older people living in the community. Cochrane Database Syst Rev 2018;7:CD012221.
- 2.↲Elders PJM, Dinant GJ, Van Geel T, Maartens LWF, Merlijn T, Geijer RMM, Geraets JJXR. NHG-Standaard Fractuurpreventie (tweede herziening). . www.nhg.org
- 3.↲Richtlijn Preventie van valincidenten bij ouderen. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie, 2017.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.