Nieuws

Vitamine D-suppletie bij ouderen heeft geen effect op depressie en fysiek functioneren

Gepubliceerd
7 november 2019
Depressieve symptomen en slecht fysiek functioneren komen bij ouderen vaak voor. Vitamine D-suppletie zou daarbij uitkomst bieden. Uit het Nederlandse D-Vitaal onderzoek blijkt echter dat vitamine D-suppletie gedurende 12 maanden geen effect heeft op deze klachten bij ouderen die een laag vitamine D-gehalte hebben.
2 reacties

Aan dit gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoek deden 155 ouderen mee (leeftijd 60 tot 80 jaar). Deze ouderen hadden depressieve symptomen, ten minste één fysieke beperking (zoals moeite met lopen of aankleden) en een laag vitamine D-gehalte (15 tot 50 nmol/L in de winter of 15 tot 70 nmol/L in de zomer). Ouderen met een ernstige depressie of die antidepressiva, vitamine D-suppletie (> 400 IE/dag) of calciumsupplementen (> 1000 mg/dag) gebruikten werden van het onderzoek uitgesloten.

De onderzoekers randomiseerden de deelnemers in een interventiegroep (3 d 1 tablet cholecalciferol van 400 IU gedurende 12 maanden; n = 77) en een controlegroep (placebobehandeling; n = 78). De primaire uitkomstmaten waren depressieve symptomen (CES-D), fysieke beperkingen (LASA Physical Activity Questionnaire) en fysieke prestatie (Short Physical Performance Battery) na een jaar.

Alhoewel het vitamine D-gehalte in de interventiegroep na 6 maanden was gestegen naar 85 nmol/L (SD + 16) tegenover gemiddeld 43 nmol/L (SD + 18) in de controlegroep (p < 0,001) was er na een jaar geen verschil tussen de beide groepen in depressieve symptomen (-0,25; 95%-BI -2,37 tot 1,87; minimaal klinisch relevant verschil 2,5) en in fysieke prestatie (-0,05; 95%-BI -0,63 tot 0,54).

De LESA Vitamine D-deficiëntie raadt vitamine D-suppletie aan bij onvoldoende blootstelling aan zonlicht, osteoporose of osteomalacie (< 70 jaar bij vitamine D < 30 nmol/L en > 70 jaar bij vitamine D < 50 nmol/L). Een eerder onderzoek bij ernstige depressie (nu niet meegenomen) liet wel een gunstig effect van vitamine D-suppletie zien. Voor het verminderen van depressieve symptomen en slechte fysieke gesteldheid bij ouderen helpt vitamine D-suppletie echter niet.

Reacties (2)

Annet Sollie 4 december 2019

Reactie van de auteur van het nieuwsbericht, Suzanne Marchal:

Deze cutoff waarden van vitamine D waren in dit onderzoek gebaseerd op een studie van Schoor et al. (Osteoporos Int 2014;25(5):1483–91). Wat niet vermeld staat in het journaal, is dat de onderzoekers ook nog hebben gekeken naar of het effect van vitamine D suppletie op depressie en fysiek functioneren afhankelijk was van de hoogte van het vitamine D op baseline (cutoff waarden vitamine D 30 en 50 nmol/L). Voor fysiek functioneren was dit inderdaad het geval. Echter verrassend was dat vitamine D alleen een significant effect had op fysiek functioneren in de groep met een vitamine D > 50 nmol/L en in de groep met een lager vitamine D juist niet. Door de onderzoekers is dit geïnterpreteerd als niet klinisch relevant en mogelijk een toevallig gevonden effect. Voor depressie was er geen verschil in effect afhankelijk van vitamine D waarden op baseline. Hierbij moet wel worden aangemerkt dat de groep met een vitamine D < 30 nmol/L op baseline klein was (n = 25) en dat deze resultaten mogelijk niet valide zijn. Op basis van dit onderzoek kan dus niet met zekerheid worden gezegd wat het effect is van vitamine D op depressie en fysiek functioneren  in de groep met een vitamine D < 30 nmol/L. Hier zal verder onderzoek naar gedaan moeten worden.

Jan Wuister 13 november 2019

Dit is natuurlijk een heel slecht onderzoek: een Vitamine D gehalte van 15 - 50 is een veel te brede range: klinisch relevant is pas een vitamine D < 20-25 in mijn ervaring, en dan ook nog niet altijd. 

Verder lezen